Bergen op Zoom
18 apr. 2013
4 minuten
De Groep Plaatverwerkende Industrie (GPI) gaat een mooi jaar tegemoet. Deze groep van ongeveer vijftig Nederlandse plaatverwerkende bedrijven bestaat dit jaar 25 jaar en dat jubileum wordt 21 juni gevierd met een uitje naar Gent. Recent werd Corné van Opdorp verkozen tot de nieuwe voorzitter voor de komende vier jaar. Vraag en Aanbod sprak met de 33-jarige Corné van Opdorp over de GPI en plaatverwerking.
‘Het is puur toeval’, vertelt Van Opdorp, ‘maar mijn vader Harry van Opdorp stond mede aan de wieg van de GPI.’ Bert Marijnissen en Harry van Opdorp waren 25 jaar geleden de initiatiefnemers van de huidige GPI. Marijnissen, toen werkzaam bij Stork Nolte, was de eerste voorzitter. De groep is opgericht met de gedachte: ‘Samen staan we sterk’ en ze gingen van start met de intentie om de concurrentiepositie van de Nederlandse plaatwerkindustrie in binnen- en buitenland te versterken en inzicht te verkrijgen in ontwikkelingen en technieken in de sector. En die intentie hebben ze nog steeds, maken we op uit het gesprek met de kersverse voorzitter Corné van Opdorp.
Social Media
‘Toen ik werd voorgedragen door het zittende bestuur, was ik blij verrast. Met mijn 33 jaar ben ik de jongste binnen het vijfkoppige bestuur en ik zal aan het voorzitterschap mijn eigen draai proberen te geven ten gunste van de verdere ontwikkeling van de GPI en haar leden. Een onderwerp waar de voorzitter veel belang aan hecht is hoe de sector om zou moeten gaan met social media zoals LinkedIn, Twitter, Facebook en Google+.
‘Social media was ook het thema medio maart van een van onze jaarlijkse bijeenkomsten. Een van de sprekers daar, Tessa de Witte van Randstad legde ons uit hoe we als plaatverwerkers om kunnen gaan met social media.‘ De voorzitter is van mening dat social media van pas komt in de huidige snelle wereld. ‘Enerzijds zal social media bijdragen aan een verdere profilering van ieders business, anderzijds zorgt dit ervoor dat we in contact blijven met de snel veranderende arbeidsmarkt.‘
Automatisering
Wat doet de GPI voor haar leden? Van Opdorp: ‘We treffen elkaar vier maal per jaar. Drie maal wordt een bestuursvergadering gecombineerd met een thema voor alle leden, altijd bij één van de lid-bedrijven. Vorige week was dat bij Hieselaar Nederland in Schoonhoven. De volgende bijeenkomst in het najaar is bij De Cromvoirtse in Oisterwijk en dan is het thema Automatisering. Automatisering leeft erg in onze sector. En dan niet alleen productieautomatisering, maar ook de ERP en front office systemen. Dat allemaal komt aan bod bij de Cromvoirtse.’
‘En als je lid bent, dan ben je dus lid van een van de oudste en gezelligste clubs binnen de Nevat, weet hij. ‘Dat kun je zien aan de opkomst op onze themabijeenkomsten. Minimaal 30 van de 50 leden komen opdraven. Dat komt omdat de GPI een club van directeuren is zodat je altijd met gelijkgestemden rond de tafel zit. Deze samenstelling raad ik in alle sectoren binnen de Nevat aan.’
Het belangrijkste resultaat echter is de in 2001 door de sector geïnitieerde bedrijfsvergelijking. Deze heeft mede de impuls gegeven tot de inmiddels succesvolle Nevat Benchmark. De benchmark coacht leden waar ze staan in relatie tot hun klant en concurrenten, hun sterke en zwakke punten en positioneert de strategie naar klantrelatie, product leadership of operating excellence.
Polen
‘Ook maken we een keer per jaar een studiereis. Vorig jaar september was dat een reis naar China. We proberen dan altijd mee te liften op het netwerk van een lid of een relatie van de Nevat. In China bijvoorbeeld hebben 29 directeuren de fabrieken van Nevatleden NTS Group, Frencken, VDL ETG en Antriol (Gispen) bezocht en gesprekken gevoerd met het Nederlandse consulaat en de burgemeester van Taicang. Het doel was te onderzoeken of er daar een volwassen markt is voor toeleveranciers. Daar probeerden we antwoorden te krijgen op vragen als wat kun je van de overheid verwachten, hoe staat het met de kosten en kwaliteit van personeel en hoe werkt de supply-chain? De algemene indruk van deze reis was dat China niet zo maar de positie van Nederlandse toeleveranciers zou kunnen innemen. Wel is de indruk ontstaan dat plaatwerk echt ‘global’ is geworden.
‘Dit jaar gaat de landenreis naar Polen en liften we mee op de relaties van machineleverancier Amada in en rondom Warschau. We gaan daar bekijken hoe de plaatbewerkingsindustrie is ontwikkeld en hoe de supply chain daar in elkaar steekt.’
Toegevoegde waarde
Vijftig leden dat is niet veel op een bestand van duizend plaatbewerkers in Nederland?, vraag ik Van Opdorp. ‘Dat is waar, maar ons doel is niet om zo groot mogelijk te worden, we willen een club zijn waar je elkaar kunt vinden. Verder doen onze lid-bedrijven meer dan alleen plaat verwerken.’
‘GPI-leden in het algemeen focussen zich op een hoge snelheid van leveren en een hoge mate van automatisering met steeds kleinere ordergroottes en volumes. Dat betekent dat de orderstroom beter gemanaged moet worden en LEAN gedacht moet worden. Voor veel grote OEM’ers (Original Equipment Manufacturers) is zo’n hoge mate van flexibiliteit een absolute voorwaarde om de internationale concurrentie voor te kunnen blijven.
Tot slot geeft Van Opdorp aan dat de 50 GPI-leden werkgelegenheid bieden aan bijna 3.000 mensen die met zijn allen een omzet maken van circa 400 miljoen euro.