Nadat Paul Minta enkele jaren naar tevredenheid een fiberlaser van het merk Eagle in gebruik had, is hij dealer geworden van het premiummerk in de Benelux. ‘Wij waren daarmee de eerste dealer van het merk buiten Polen’, vertelt de directeur-eigenaar van MML op de TechniShow in Utrecht. Na afloop kijkt de Limburger tevreden terug op het beursverloop.
Auteur: Jerom Rozendaal
Eagle is een rijzende ster aan het firmament van lasersnijmachines. Het merk bestaat al achttien jaar en wordt gebouwd door het Poolse Power-Tech. ‘Het bedrijf is opgericht door Janusz Marcin Ejma. Hij importeerde jarenlang gebruikte machines vanuit Europa naar Polen om deze te reviseren en ze daar door te verkopen. Vanuit deze ervaring heeft hij besloten zelf fiberlasers te maken’, vertelt Paul Minta, directeur van het plaatbewerkingsbedrijf Almec uit Genk, België.
In zijn zoektocht naar een nieuwe fiberlaser kwam de Limburger zeven jaar geleden in aanraking met het Poolse merk dat hij beschrijft als ‘zeer performant en onderhoudsvriendelijk.’ Nadat hij enkele jaren naar tevredenheid met de machine werkte, besloot hij in te gaan op het verzoek van de Poolse machinebouwer om distributeur in de Benelux te worden. ‘Wij zijn de eerste buitenlandse dealer van het merk’, vertelt Paul, die zelf van origine Pools is en mede daardoor een goede brug kan slaan naar de markt in de Benelux.
Voor de verdeling van de machines richtte hij enkele jaren geleden MML op. Hij combineert het zaakvoerderschap in zijn metaalbedrijf Almec met de verkoop van Eagle machines. Bij deze laatste activiteit wordt hij geassisteerd door Jacek Chorazy. In de voorbije twee jaar verkocht MML zo’n twintig machines in België en Nederland waar ze onder andere terecht kwamen bij: Vlastuin in Kesteren, Tosec in Zwolle, Hoekman RVS in Nieuwleusen, Vergeest Metaaltechniek in Wijchen, Van Kerkhof in Oss en Faymonville in Luxemburg.
Aantal fiberlasers zit in de lift
Paul voorziet een mooie toekomst voor de Eagle. Hij schat de markt van fiberlasers op circa 4500 exemplaren in de Benelux en dat aantal breidt steeds verder uit. Niet alleen omdat steeds meer bedrijven snijwerk in eigen hand nemen, maar ook omdat CO2 snijmachines steeds meer het veld ruimen. ‘Deze kunnen qua efficiency, onderhoudsvriendelijkheid en energiegebruik niet tippen aan de fiberlasers’, vertelt Paul op de TechniShow.
Publiekstrekker op de beursstand in Utrecht was de Eagle iNspire 2.0 – 30KW, een verbeterde versie van de iNspire 1.0, met een 15 kW bron. Nieuw op de machine is onder andere de Eagle Eye, MyEMix-pro en de gepatenteerde eVa-snijkop.
Concurrent over de vloer
Doordat hij zelf al jaren met een Eagle machine werkt, kan MML ook gericht advies aan klanten geven. ‘Welk type machine past het best bij de noden van de klant, welk vermogen heeft de klant nodig’, noemt hij wat voorbeelden. Datzelfde voordeel geldt bij de service: ‘Mits we toestemming van de klant hebben, kunnen we de machine op afstand uitlezen. Vaak kunnen we het probleem dan binnen no time oplossen.’
Paul noemt de combinatie van het dealerschap met zijn eigen metaalbewerkingsbedrijf ideaal. ‘De afwisseling is erg leuk.’ Dat hij indirect ook concurrenten verder helpt, deert hem en de klanten niet. ‘Potentiële klanten van de Eagle, en concurrenten van mijn metaalverwerkingsbedrijf, komen bij ons over de vloer om de machine aan het werk te zien. Dat is prima.’
Potentieel westerse markt
Om naambekendheid op te bouwen deed MML al voor de tweede keer mee aan de TechniShow. Volgens Paul Minta doen de Eagle machines, die in het hogere segment opereren, niet onder voor de premium, gekende westerse merken. Integendeel. ‘Door de solide polymeer-betonnen framestructuur, een betrouwbare snijkop, lineaire motoren op alle assen, eenvoudig gebruik en onderhoud, overstijgen deze zelfs de zogenoemde westerse A-merken.’
Eagle is zelf ook heilig overtuigd van het potentieel van de westerse markt. Om extra naamsbekendheid op te bouwen is Eagle dit jaar op een reeks aan Europese beurzen terug te vinden. Wie de Poolse fiberlaser in een beursomgeving wil aantreffen, kan onder andere eind maart terecht op Industrie 2024 in Parijs. ‘Wie de machines aan het werk wil zien, kan ook bij ons of een van onze tevreden klanten terecht’, aldus Paul, die met een goed gevoel terugkijkt op TechniShow.
‘De beurs is voor ons schitterend verlopen en de toestroom van klanten op onze stand bewijst dat onze performante machine een mooie toekomst heeft. We hebben veel lovende woorden gehoord over zowel de vormgeving van de machine als over de prestaties ervan, de technische oplossingen die de machine biedt en de perfecte snijkwaliteit’, vertelt hij. ‘Van de vele bezoekers waren er ook een 65-tal geïnteresseerden die verder willen afspreken en een offerte wensen voor ofwel een stand-alone machine, ofwel een machine uitgerust met automatisatiesystemen.’