Uit proefbelastingen zou blijken dat funderingspalen veel minder draagvermogen hebben dan vooraf berekend. NEN wil daarom het berekende draagvermogen voor alle paalsystemen per 1 januari 2016 normtechnisch verlagen. Daardoor zullen er in de praktijk 33 procent meer palen moeten worden toegepast. Volgens geotechnici zaait NEN ten onrechte twijfel over de veiligheid van paalfunderingen en zal zo’n correctie tot ongewenste kapitaal- en milieuvernietiging leiden.
Nederlandse paalfunderingen zijn veilig, er zijn geen zichtbare schades door onvoldoende draagvermogen bekend. ‘Niemand in de geotechniek en bouwpraktijk twijfelt aan hun draagvermogen’, zegt geotechnisch deskundige Marcel Bielefeld. ‘Iedereen vindt de huidige werkwijze veilig, ook de NEN-commissie. Anders had zij de normregels al in 2010 aangepast.’
De veiligheid van funderingsconstructies wordt in Nederland grotendeels gebaseerd op grondig bodemonderzoek, terwijl daarvoor in het buitenland vaak proefbelastingen fungeren. ‘Nederland vervult wereldwijd een vooraanstaande rol in sondeertechniek. Als wij die buitenlandse normen naar Nederland gaan vertalen, dan doen wij een stap achteruit.’ Ook Rutger Dijkstra, adviseur bij Goudstikker-De Vries, vindt proefbelasten in Nederland onwerkbaar. ‘Wij hebben hier uiteenlopende grondsoorten en een bodemopbouw die erg varieert, zelfs over een afstand van enkele meters. Om het paaldraagvermogen te berekenen hanteren we al ruim twintig jaar hetzelfde principe. Waarom is dit vanaf 2016 niet meer juist?’
Nieuwe proefbelastingen
Volgens een speciale NEN-commissie wordt het werkelijke paaldraagvermogen echter ongeveer 30 procent overschat. Die conclusie baseert zij op proefbelastingen uit het CUR/Delft Cluster onderzoek (CUR 2010). Nadere proefbelastingen in de periode tot 2016 moeten volgens NEN de juiste waarden voor de draagkrachtfactoren (s en t factoren) opleveren. Daarna kunnen leveranciers reductie van paalfactoren trachten te voorkomen door met proefbelastingen aan te tonen welke paalfactoren voor hun specifieke systeem van toepassing zijn.
Volgens Bielefeld en Dijkstra maakt NEN enkele onzorgvuldige afwegingen. De beschikbare proefbelastingen zijn afkomstig uit het buitenland en beperken zich tot geheide prefab betonnen heipalen en gesloten stalen buispalen. Voldoende metingen uit Nederland en op alle andere paalsystemen ontbreken. Daarnaast zijn er geen schadegevallen als gevolg van paaldraagvermogen bekend. Dat gemis zou te verklaren zijn door invloedsfactoren in de paalsystemen die nu nog niet geïdentificeerd en gekwantificeerd kunnen worden. Zo zouden palen in de loop der tijd in draagkracht toenemen.
Het stoort de deskundigen dat CUR zelf niet in staat is de invloed van verborgen veiligheidsfactoren te duiden en de bewijslast naar de markt verlegt. Dijkstra: ‘Je moet juist de theorie naar de praktijk opschalen. Voer geen normwijzigingen door voordat de verborgen veiligheden zijn gekwantificeerd. Dat onderzoek ais geen taak van marktpartijen.’ Ook dreigt NEN volgens hen uitvoeringsaspecten over het hoofd te zien. Vooral de kwaliteit van uitvoeringsgevoelige funderingspalen moet nader aangetoond worden. Zij pleiten voor een generiek document met rekenregels voor alle paaltypen.
Verwarring
De verwarring die NEN veroorzaakt met de aangekondigde reductieverlaging is ongewenst. Bielefeld: ‘Zijn bestaande funderingen op 1 januari 2016 opeens niet meer veilig? Zijn latere funderingen veiliger? Ga klanten maar uitleggen dat er kostenverhogingen nodig zijn, zowel financieel als qua grondstoffenverbruik en belasting van het milieu, die niets toevoegen. Niemand gaat nu nog investeren in een gebouw dat in 2016 volgens de norm niet meer veilig zal zijn. De bouw zit al in slecht weer en wordt hier niet mee geholpen.’