DMG Mori Seiki heeft deze week de aftrap gegeven voor een innovatief jaar met een druk bezochte huisshow in Pfronten. Onder de kleine 5.000 bezoekers ook zo’n 50 uit de Benelux. Afgelopen jaar hebben de twee merken ook in Nederland en België een heel goed jaar gekend.
DMG Mori Seiki heeft deze week de Deckel Maho fabriek in Pfronten omgetoverd tot een complete showroom. Zo’n 70 machines worden getoond, waaronder zes wereld- en drie Europese premières. De innovatietrein van het machineduo ligt op stoom en dendert door, want Gildemeister topman Rüdiger Kapitza kondigde maandag alvast aan op de EMO in september opnieuw groots uit te pakken. In hal 2 toont DMG Mori Seiki dan meer dan 100 machines, waarvan 16 innovaties. Kapitza: ‘Samen besteden we dit jaar zo’n 100 miljoen euro aan ontwikkeling, terwijl ook een aantal van onze leveranciers bezig is met ontwikkeling.’ Dit R&D budget moet dit jaar voor zo’n 27 belangrijke innovaties zorgen.
Nauwkeurig, manarm met Dixi
Een opvallende noviteit in Pfronten is de Dixi 210, een machine voor het bewerken van grote werkstukken maar wel met een heel hoge nauwkeurigheid. Masahiko Mori, die het Zwitserse bedrijf Dixi tien jaar geleden heeft gekocht, bestempelt de machine als een klasse op zichzelf, omdat de volumetrische nauwkeurigheid van 35 µm (op een bewerkingsruimte van 1.800 bij 2.100 bij 1450 mm) drie keer zo nauwkeurig is als doorgaans bij dergelijke bewerkingscentra. Interessant zijn ook de automatiseringsoplossingen die de beide machinebouwers lieten zien.
Top robot
Om ruimte te besparen heeft DMG voor enkele concepten de top-variant ontwikkeld: de robot wordt bovenop de machine geplaatst. Illustratief voor de integratie van het Japanse en Duitse concern is de NLX 2500 SY draaibank van Mori Seiki die werd getoond samen met het DMG WH10 werkstukmagazijn met robot bovenop. Deze integratie gaat steeds verder. De twee concerns gebruiken hun productiecapaciteit alsmaar vaker gezamenlijk, zo wordt in Pfronten onder andere de NHX4000 en 5000 geproduceerd. De logistieke kosten om de machine van de ene kant van de wereld naar de andere te verslepen, belopen namelijk al gauw tussen de 10 en 15 procent, aldus Masahiko Mori.
Europese draaibank
‘Bij de meest gangbare machines kunnen de logistieke kosten zelfs tot 18 procent oplopen, terwijl de productiekosten in Duitsland en Japan praktisch gelijk zijn.’ Deze week wordt daarom de productie van de Mori Seiki NLX 2500Y/700 draaibank voor de Europese markt in de Deckel Maho fabriek in Bergamo in Italië gestart. Dat levert de klant een prijsvoordeel van bijna 12.000 euro op vergeleken met dezelfde machine uit Japan. In deze reeks was in Pfronten ook nog een nieuw model te zien: de NLX2000SY/500, uitgerust met twee spindels en een Y-as. Nieuw zijn ook de DMU 125 FD monoblock en DMC 65 FD monboblock, twee freesdraaicentra. Op deze eerste machine kunnen werkstukken tot 2.600 kilo gefreesd en gedraaid worden in één opspanning. Nieuw is dat men het slijpen als derde bewerking heeft geïntegreerd. Ook het africhten van de slijpstenen is in de machine geïntegreerd.
Nederlandse markt
Voor DMG Mori Seiki is 2012 een goed jaar geweest. Dat bevestigde in Pfronten Job van Berkel. Vooral tegen het einde van het jaar zijn er nog de nodige orders geplaatst. Ook Frank de Beijer van Landré, voor de Nederlandse markt subdealer van Mori Seiki, kijkt heel tevreden terug op 2012. En met zo’n 50 geïnteresseerde klanten op de huisshow is de interesse ook dit jaar goed te noemen. Over exacte aantallen en bedragen wordt niet gesproken. Dat kan ook niet zo maar want DMG is een beursgenoteerd bedrijf.
Hoewel de Duitse machinebouwers nog uitgaan van een verdere groei van de markt, toonde Rüdiger Kapitza zich voorzichtig optimistisch. ‘Laten we afwachten hoe het jaar verloopt, maar wij zien de groei van de wereldmarkt momenteel niet.’ Positief vindt hij wel de gang van zaken in Duitsland in de eerste weken van 2013. ‘De eerste week heeft de markt zich op een hoog niveau gestabiliseerd. Dat is positief.’