Vanaf 1 oktober gaan DMG en Mori Seiki verder onder één brand: DMG Mori. Dat heeft het Duits-Japanse concern op de EMO bekend gemaakt. Ook de namen van de twee moederconcerns worden gelijk getrokken. En er is een nieuw design, dat de komende tijd doorgetrokken wordt naar alle machines.
De integratie van de twee machinebouwers gaat een nieuwe fase in. Nadat Mori Seiki afgelopen zomer het aandeel in Gildemeister heeft vergroot, gaat men nu verder onder één merknaam. Een grote stap voor de historierijke concerns, geeft Rüdiger Kapitza toe, vier jaar nadat de twee machinebouwers op de EMO Milaan hun samenwerking bekend maakten. Het illustreert de weg die men verder samen wil afleggen: steeds verdergaan de integratie.
Componenten uitwisselen
De naam en het logo zijn zichtbare resultaten hiervan, maar ook het nieuwe design (foto) dat op de EMO wordt getoond. ‘Hier steekt echter meer achter dan alleen het design. We gebruiken steeds meer elkaars componenten’, aldus de Japanse topman Mori. Dat zal geleidelijk worden uitgebreid in de komende jaren. Bij de nieuwe machines die DMG Mori op de EMO toont, zoals de HSC 30 en 70 Linear, gebruiken de Duitsers de koeltechnologie zoals Mori Seiki die al langer gebruikt in de machines. Het concern laat in Hannover 18 nieuwe machines zien., waaronder CTX draaimachines in ecoline uitvoering, aangeboden vanaf 80.000 euro doordat men deze machines in elk werelddeel gaat produceren en daarmee logistieke kosten bespaart.
Apps op de machine
DMG Mori men presenteert ook Celos, de nieuwe interface die het gebruik van apps op een werktuigmachine mogelijk maakt. Rüdiger Kapitza verwacht dat de komende maanden duidelijk zal worden wat de kosten van deze apps voor de klanten gaan worden. ‘We praten daar nu met klanten over om te zien wat men bereid is hiervoor te betalen.’ Dat de apps geld gaan kosten, staat voor hem vast. Tot nog toe heeft het bedrijf tientallen miljoenen euro’s geïnvesteerd in de ontwikkeling. De apps leveren de klant meer productiviteit, daar zal hij best voor willen betalen.