Duitse machinebouw stoomt op, China de grootste

De groei van de Duitse machinebouw houdt aan. Zeker tot de zomer rekenen de fabrikanten op een aanhoudende groei. Daarna zal de branche in rustiger vaarwater komen. Voor heel 2011 wordt een groei verwacht van 30 procent.

Dat betekent een omzet van 13 miljard euro, waarmee de sector bijna de gehele daling door de crisis, weer heeft goed gemaakt.

China grootste

China is en blijft voor de Duitse machinebouwers de grootste markt. Vorig jaar waren de Chinezen goed voor 28 procent van de totale export vanuit Duitsland, waarmee de afstand tot nummer 2, de VS, opnieuw vergroot werd. ‘Ondertussen neemt China vier keer zoveel werktuigmachines af dan de VS’, aldus Martin Kapp, voorzitter van de VDW.


Azië wint als afzetmarkt nog steeds aan belang. De Chinese markt is thans bijna 1,5 miljard euro groot. Ter vergelijking: Nederland importeerde in 2010 voor 90 miljoen machines uit Duitsland, Zwitserland voor 237 miljoen en Italië voor 235 miljoen euro. Op dit moment gaat ongeveer 41 procent van de Duitse machineproductie naar Azië, vlak achter Europa dat met 45 procent nog steeds de grootste afzetmarkt is. ‘Deze verandering biedt kansen maar ook uitdagingen’, meent de VDW-voorzitter.

De Chinezen hebben de traditionele industrielanden qua productie namelijk ook van de troon verstoten. ‘De rangorde van de grootste werktuigmachinefabrikanten laat een nieuw beeld zien’, zegt Kapp. ‘China nestelt zich voor het eerst voor landen als Japan, Duitsland, Italië en Zuid Korea als het om de productie van deze machines gaat. De cijfers: China produceerde vorig jaar voor 9,9 miljard euro aan werktuigmachines, Japan voor 8,5 miljard en Duitsland voor 7,4 miljard euro.

Toch zegt Kapp duidelijk dat hij niet bang is dat Azië de Duitse industrie voorbij gaat streven. Althans niet nu. ‘Momenteel produceren de Chinese fabrikanten 90 procent van hun machines voor de eigen markt.

VDW