Het bbp is vorig jaar met 4,8 procent gegroeid. Dat is vooral toe te schrijven aan het grotere handelssaldo en de hogere consumptie door huishoudens. Ook de overheidsconsumptie en de investeringen lagen hoger dan in 2020. De productie van de industrie lag in 2021 op recordniveau. De toegevoegde waarde groeide met ruim 7 procent. Vooral de machine-, de metaal- en de chemische industrie droegen hieraan bij. De bouwsector boekte een groei van ruim 2 procent.
In vergelijking met 2019 bedroeg de totale groei vorig jaar 0,8 procent. De krimp van 3,8 procent in 2020 is in een jaar tijd goedgemaakt. De groei in het vierde kwartaal 2021 ten opzichte van het vierde kwartaal 2020 kwam uit op 6,2 procent.
Meer machines en chemische producten uitgevoerd
De uitvoer van goederen en diensten lag vorig jaar 7,0 procent hoger dan in 2020. Er zijn vooral meer machines en chemische producten uitgevoerd. De export van Nederlands fabricaat groeide met 6,0 procent, terwijl de wederuitvoer (de uitvoer van eerder ingevoerde producten) 11,5 procent hoger uitkwam. Na de forse krimp in 2020, was er in 2021 ook een kleine groei van de uitvoer van diensten. De invoer van goederen en diensten was 5,4 procent hoger dan een jaar eerder. De groei van de uitvoer was groter dan die van de invoer. Hierdoor had het handelssaldo een positieve bijdrage van bijna 2 procentpunt aan de economische groei.
Consumenten hebben vorig jaar 3,5 procent meer besteed dan in 2020. Ze gaven in 2021 vooral meer uit aan horeca, huisvesting (o.a. huur), medische diensten en kleding. Verder hebben ze ook meer gas verbruikt dan in 2020. De groei van de consumptie in 2021 woog niet helemaal op tegen de historisch grote krimp in 2020. In vergelijking met 2019 lag de consumptie door huishoudens nog ruim 3 procent lager. Vooral de bestedingen aan recreatie en cultuur, de horeca en, vervoer en communicatie lagen nog fors lager dan in 2019.
De consumptie door de overheid groeide met 4,3 procent. Vooral de individuele consumptie (de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming) lag hoger dan een jaar eerder.
Meer geïnvesteerd
In 2021 zijn de investeringen in vaste activa met 3,4 procent gegroeid. Er werd vooral meer geïnvesteerd in woningen, machines, bedrijfsgebouwen, software en computers. De investeringen in personenauto’s lagen lager dan in 2020. Net als de consumptie door huishouden lagen ook de investeringen nog onder het niveau van 2019.
Niet voor alle bedrijfstakken volledig herstel
De toegevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten) van de sector handel, vervoer en horeca lag vorig jaar 7,6 procent hoger dan in 2020. Vooral de horeca en vervoerssector groeiden in 2021, maar ook de toegevoegde waarde van de handel lag hoger dan een jaar eerder.
De horeca behoorde echter in 2020 tot de zwaarst getroffen sectoren door de coronacrisis en het herstel in 2021 woog niet op tegen het verlies in 2020. In vergelijking met het pre-corona jaar 2019 was de toegevoegde waarde van de horeca in 2021 ruim 30 procent lager. Ook de vervoerssector voegde vorig jaar minder waarde toe dan twee jaar eerder. De handel presteerde wel beter dan in 2019. Per saldo lag de toegevoegde waarde van de bedrijfstak handel, vervoer en horeca in 2021 iets lager dan in 2019.
De eerste berekening is gemaakt op basis van voorlopige cijfers en kan nog worden bijgesteld.