Economische Barometer: Arbeidsmarkt blijft gespannen voor mkb-metaal

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Terwijl de vraag naar personeel onverminderd hoger is dan het aanbod en de druk op de arbeidsmarkt groot blijft, zijn ten opzichte van het tweede kwartaal zowel de binnenlandse- als buitenlandse orderpositie van het mkb-metaal
afgenomen. Deze kleine afname wil niet direct zeggen dat het slecht gaat: veel bedrijven hebben het nog steeds heel druk.

Dat stelt Metaalunie aan de hand van de Economische Barometer Q3. Net als in de drie voorgaande kwartalen werken er ook eind september bij een op de vijf bedrijven meer medewerkers dan het kwartaal ervoor. Bij acht procent van de bedrijven werkten juist minder mensen. Een beperkt aantal bedrijven heeft de verkoopprijzen in het afgelopen kwartaal verhoogd. Het bedrijfsresultaat is in het derde kwartaal afgenomen ten opzichte van het tweede kwartaal. Over het bedrijfsresultaat van het vierde kwartaal oordeelt de sector iets positiever. Wel wordt voor het vierde kwartaal een kleine afname van de orderpositie verwacht en denken steeds minder ondernemers te gaan investeren in hun machinepark.

Orderpositie binnenland

Voor het eerst in drie jaar geven meer ondernemers aan een slechtere orderpositie binnenland te hebben, dan er ondernemers zijn die een beter kwartaal achter de rug hebben. Het derde kwartaal kent vaak een wat lagere score dan de andere kwartalen als gevolg van de zomervakantie. Maar in vergelijking met het derde kwartaal van 2017 en 2018 is de ontwikkeling in 2019 duidelijk slechter. Bij 22 procent van de bedrijven is de orderportefeuille binnenland toegenomen (lichtjes verminderd dan een kwartaal eerder) terwijl deze bij 34 procent is afgenomen (was 16 procent). Opvallend is dat onder de verspanende bedrijven (veelal-vroeg cyclische bedrijven) er aanzienlijk meer respondenten zijn waarbij de portefeuille is afgenomen (zestig procent) dan in de overige sectoren. Waren de ondernemers in het mkb-metaal aan het einde van het tweede kwartaal nog redelijk tevreden over hun orderpositie binnenland, aan het einde van het derde kwartaal is deze waardering beduidend minder positief. 32 procent is tevreden, 43 procent beoordeeld de binnenlandse orderportefeuille als neutraal en 25 procent is ontevreden. Een halfjaar eerder was maar acht procent ontevreden. Het aantal ondernemers dat een betere orderpositie voor het vierde kwartaal verwacht is net zo groot als het aantal dat een slechtere orderpositie verwacht. Onder de respondenten is de gemiddelde orderportefeuille in weken licht afgenomen van 9,0 na afloop van het tweede kwartaal, naar 8,8 weken nu. Een jaar geleden was dit nog 10,6 weken.

Orderpositie buitenland

Van de respondenten geeft 56 procent aan niet te exporteren terwijl zes procent exporteert tot tien procent van hun omzet. De overige 44 procent exporteert gemiddeld 39 procent van hun omzet. Net als bij de binnenlandse orderpositie is ook de buitenlandse orderpositie in het derde kwartaal per saldo afgenomen. In de eerste helft van 2019 gaf per saldo vijftien procent van de exporterende bedrijven aan dat de exportportefeuille was toegenomen, nu geeft per saldo vijftien procent aan dat deze in het derde kwartaal is afgenomen. Bij 24 procent van de exporterende bedrijven is de orderpositie buitenland toegenomen (was 31 procent) terwijl deze bij 39 procent is afgenomen (was 16 procent). Net als bij de binnenlandse orderpositie geldt voor de buitenlandse orderpositie dat de waardering ervan in het derde kwartaal fors is afgenomen. Dertig procent geeft aan positief te zijn over de orderpositie (was 44 procent) en 27 procent is ontevreden over de orderpositie buitenland (was zes procent). De verwachtingen voor de orderpositie buitenland komen overeen met die van het binnenland. Er zijn bijna net zoveel ondernemers die een toename verwachten als er ondernemers zijn die een afname verwachten.

Verkoopprijzen

Net als in het tweede kwartaal van 2019 is het aandeel bedrijven dat de verkoopprijs verhoogd heeft, afgenomen ten opzichte van de tweeënhalf jaar daarvoor. Zestien procent van de bedrijven heeft de verkoopprijzen in het derde kwartaal verhoogd terwijl deze bij acht procent van de bedrijven is verlaagd. Bij de overige driekwart van de bedrijven zijn de verkoopprijzen gelijk gebleven.

Personeel

Bij de respondenten van de Economische Barometer werken gemiddeld 19,4 medewerkers waarvan 2,7 flexibele krachten. De verhouding inleenkrachten ligt hiermee op veertien procent. Dit is net als in het vorige kwartaal hoger dan de afgelopen jaren waarin dit percentage schommelde rond de elf procent. Ondanks de per saldo afnemende orderpositie binnen- en buitenland is ook in het derde kwartaal -net als in voorgaande drie kwartalen bij een op de vijf bedrijven het aantal vaste medewerkers toegenomen, terwijl bij acht procent van de bedrijven het aantal medewerkers met een vast contract is afgenomen. Het aantal bedrijven dat vacatures heeft uitstaan ligt nog rond de 45 procent. Gemiddeld hebben deze bedrijven 2,2 vacatures openstaan. Afgezet tegen alle medewerkers hebben de respondenten gemiddeld nog steeds voor 4,8 procent van hun personeelsbestand aan vacatures open staan.

Ondanks de afnemende orderposities blijft de vraag naar personeel groter dan het aanbod. Op de vraag hoeveel vacatures men het komende kwartaal verwacht in te vullen, geeft de sector aan dat dit maar 77 procent is van de uitstaande vacatures. Een slechtere score dan het halfjaar daarvoor. Met name de onderhoudsbedrijven geven aan meeste problemen te hebben met het aantrekken van nieuw personeel.

Bedrijfsresultaat

De ontwikkeling van het bedrijfsresultaat is in het derde kwartaal afgenomen ten opzichte van het tweede kwartaal. Nu geeft per saldo elf procent van de ondernemers aan een slechter bedrijfsresultaat te hebben behaald dan in het tweede kwartaal. Een kwartaal eerder gaf nog dertien procent aan een beter bedrijfsresultaat hebben behaald. De helft van hen geeft aan dat het bedrijfsresultaat verslechterd is. Ook de waardering van het bedrijfsresultaat is in het derde kwartaal afgenomen ten opzichte van het kwartaal ervoor. De helft van de bedrijven waardeert het bedrijfsresultaat als gunstig terwijl vijftien procent dit als ongunstig betitelt (was 57 om 7 procent). De verwachtingen van het bedrijfsresultaat voor het vierde kwartaal zijn wel licht toegenomen ten opzichte van het vorige kwartaal. Per saldo geeft nu veertien procent aan een beter bedrijfsresultaat te verwachten tegen negen procent na afloop van het tweede kwartaal. Het aantal bedrijven dat aangeeft winst te maken ligt in het derde kwartaal met 75 procent op een vergelijkbaar niveau als de voorgaande kwartalen. Wel is het aantal bedrijven dat verlies maakt toegenomen van zes naar negen procent.

Investeringen machinepark

Vanaf maart 2018 is de investeringsbereidheid in het mkb-metaal steeds een beetje afgenomen. In het derde kwartaal is deze afname in een stroomversnelling gekomen. Nu verwacht veertien procent van de deelnemers meer te gaan investeren (was 21 procent) tegen 38 procent die aangeeft minder te zullen gaan investeren (was 28 procent).