De Nederlandse economie is in de staart van 2023 weer gegroeid, met 0,3%. De groei is voornamelijk gedreven door toenemende bestedingen van huishoudens, die na drie kwartalen van krimp zijn gestegen met 1,8%, schrijft ABN Amro in een bericht. Ook de overheidsconsumptie nam toe. De investeringen zijn met 2,1% gekrompen, wat in het licht van de hoge rente en zwakkere groeivooruitzichten voor investerings-zware sectoren in lijn was met de verwachtingen. De arbeidsmarkt blijft onverminderd krap.
De Nederlandse economie is in de staart van 2023 weer gegroeid. Het bruto binnenlands product (bbp) nam in het laatste kwartaal met 0,3% kwartaal-op-kwartaal (k-o-k) toe. Dit is het eerste kwartaal van groei na drie achtereenvolgende kwartalen van krimp, met 0,5%, 0,4% en 0,3% respectievelijk. Daarmee komt het jaarcijfer voor 2023 gemiddeld uit op 0,1%, in lijn met onze verwachtingen. De Nederlandse economie presteert in het laatste kwartaal van 2023 beter dan haar buurlanden. Zo kromp de Duitse economie met 0,3% k-o-k en stagneerde de groei in de eurozone.
Koopkrachtherstel
De groei in het laatste kwartaal komt voornamelijk door toenemende bestedingen van huishoudens, die na drie kwartalen van krimp zijn gestegen met 1,8%. De dalende inflatie en de sterke loongroei zorgen voor koopkrachtherstel. Naar verwachting zet dit koopkrachtherstel ook in 2024 door, waardoor consumentenbestedingen positief bij blijven dragen aan de groei. De k-o-k groei in consumptie was in historisch perspectief groot en loopt daarmee het risico op een toekomstige neerwaartse aanpassing. Ook de overheidsconsumptie nam toe, met 0,4%, ondanks de demissionaire staat van het kabinet.
De investeringen in vaste activa zijn met 2,1% gekrompen. Voornamelijk in woningen, bedrijfsgebouwen, vervoersmiddelen en machines namen de investeringen af. Gezien de hoge rente en de magere groeivooruitzichten voor sectoren waar veel investeringen gedaan worden zoals de bouw, vastgoed en de industrie was dit in lijn met de verwachtingen. De buitenlandse vraag is ietwat verbeterd. Zowel de invoer als de uitvoer stegen met 0,3%, waardoor de netto bijdrage aan het bbp nihil is. We verwachten dat de buitenlandse vraag nog een aantal kwartalen zwak blijft: de Nederlandse uitvoer bodemt de komende kwartalen eerst uit voordat de uitvoer weer positief bijdraagt aan de groei.
Arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt blijft onverminderd krap. Doordat zowel het aantal werklozen als het aantal openstaande vacatures daalde, bleef de spanning op de arbeidsmarkt hetzelfde met 1,14 vacatures per werkloze. Het aantal werkenden is verder toegenomen tot een hoogtepunt van 73,2% van de beroepsbevolking. Op andere vlakken zien we een lichte terugloop: zo zijn er minder banen bij uitzendbureaus en zijn er minder gewerkte uren. Daarentegen zijn er voor het eerst in 2023 weer meer nieuwe vacatures bijgekomen.
Al met al bevestigen de gepubliceerde cijfers onze kijk op de groeivooruitzichten voor 2024. Ondanks de groei verwachten we in de komende kwartalen geen sterk herstel. De groei zal gedurende het jaar kwakkelend maar positief zijn. De belangrijkste drijfveer van groei is de binnenlandse vraag, van zowel de overheid als huishoudens. De laatste groep blijft profiteren van de dalende inflatie en de sterke loongroei. De uitvoer zal voornamelijk in de tweede helft van 2024 herstellen, wanneer de groei in de eurozone toeneemt en de Duitse groei het dieptepunt heeft bereikt. Op dit moment zijn we onze voorspellingen aan het herzien. Deze zullen meegenomen worden in onze Nederlandse Economie in Zicht publicatie die in de komende weken verschijnt.