Je machinepark voor je laten werken, hoe pak je dat aan? Ghislaine Duijmelings, CEO van industrieel veilinghuis Surplex geeft vier tips.
Industrie 4.0, Machine-as-a-service, integreren van hardware in je hr-beleid. Het zijn enkele trends die Duijmelings ziet in de markt. Maar hoe kun je als manager in de maakindustrie op deze trends inspelen? Vier tips:
1. Speel in op Industrie 4.0: voorheen deurknopje wordt nu carrosserie
Industrie 4.0 is in opkomst. Een eeuw geleden zorgde de stoommachine voor enorme industriële vooruitgang, nu is dat een smart factory. Dat betekent dat cyberfysieke systemen je machinepark bewaken en beheren, waar dat voorheen door mensen werd gedaan. De (veelal computer gedreven) machines in deze slimme fabriek communiceren en werken daarbij zowel met elkaar als met mensen. Dit soort machines hebben niet alleen een langere levensduur, ze zijn ook multi-inzetbaar. Waar een bewerkingscentrum tien jaar hiervoor nog deurknoponderdelen in elkaar zette, kan dezelfde slimme machine met een enkele herprogrammering nu ook inzetbaar zijn bij een carrosserie-producent.
‘Elke computer gestuurde machine, de zogenaamde CNC, is te hergebruiken voor een nieuw productieproces. Als wij een partij in veiling nemen letten we dan ook altijd op de universele en de behouden waarde van een dergelijk werktuig. Die is afhankelijk van bijvoorbeeld het merk, het type en het bereik van de machine. Zo maakt Siemens sterke software voor machines in de metaalindustrie, zoals Apple’s iOS voor de telecom. Ook al heeft de machine een behoorlijke staat van dienst achter de rug, de kwaliteit ervan blijft altijd goed,’ legt Martijn van Schie, acquisitie manager bij Surplex NL uit.
2. Stem je HR-beleid af op je hardware: mens brengt waarde in machine
De cijfers laten al een aantal jaar afname in technisch opgeleid personeel zien. Dat is zorgwekkend, want de industriële sector in Nederland vraagt juist steeds meer om specialistisch personeel. De massaproductie verschuift daarom vaak naar lagere loonlanden.
‘Je kunt investeren in hele slimme machines die gedeeltelijk het werk van mensen overnemen, maar als je niemand in dienst hebt die ze op de juiste manier kan programmeren, benut je nog steeds niet de volle capaciteit ervan’, aldus Ghislaine Duijmelings, CEO van Surplex. ‘Veel bedrijven werken al wel nauw samen met beroepsopleidingen en ROC’s gespecialiseerd in bijvoorbeeld houtdraaien of metaalbewerken, vaak ook gesubsidieerd door de gemeente of provincie, zo zien wij. Meestal is na de stage ook nog specialistische bijscholing en training nodig, met name op het gebied van IT, zodat de slimme machines op de juiste manier worden bediend. Wij maken het onze verkopende klanten, vaak ondernemers die ermee stoppen of in geval van een faillissement de curator, dan ook inzichtelijk dat niet alleen de machine veel waarde behoudt, maar het bedienend personeel ook onderdeel is van die waarde. Voor de koper is het daarom interessant om bij specifieke tweedehands machines eerst met diens eerdere beheerder het gesprek aan te gaan, voordat er gespecialiseerde recruitmentbureaus worden ingeschakeld.’
3. Denk eens aan Machine-as-a-Service: beter goede buur dan verre vriend
De Product-as-a-Service trend doet ook zijn intrede in de maakindustrie. Steeds meer bedrijven hoeven niet meer zo nodig zelf alle machines te bezitten, maar nemen specialistische bewerkingsprocessen vaker af bij andere bedrijven die een dergelijk machinepark al hebben staan. Met name de smart machines zijn multi-inzetbaar en uitwisselbaar.
‘Dat zorgt er natuurlijk voor dat je afhankelijker wordt van andere bedrijven. Maar het kan een strategische en kostenbesparende keuze zijn om zelf een lease-service aan te bieden of alleen te investeren in het broodnodige en delen van het productieproces uit te besteden. De regel is dan om tachtig procent van de core productie in huis te doen en verder te werken met een flexibele schil. Dit biedt ook flexibiliteit tijdens conjunctuur schommelingen. Helaas hebben wij gezien dat veel bedrijven met het belang daarvan zijn geconfronteerd in de coronacrisis’, aldus Duijmelings.
‘We zien het op lokaal niveau vaak gebeuren. Drie deuren verderop kan op hetzelfde industrieterrein een 3D-printing specialist zitten die delen van het productieproces sneller en goedkoper kan maken dan het bedrijf zelf’, vult van Schie aan.
4. Investeer in structureel onderhoud van het machinepark
Nederland staat bekend om hoge veiligheids- en onderhoudseisen van de bedrijfsinboedel. Daarmee hebben Nederlandse machines een groot voordeel op andere landen. De internationale vraag naar onze goed onderhouden machines is dan ook aanzienlijk. Ook als ze er al een diensttijd van twintig jaar op hebben zitten. Dit betekent dat het machinepark goed moet worden onderhouden en dat reparaties tijdig moeten worden uitgevoerd. Dit allemaal wordt uiteraard bijgehouden in de nodige onderhoudsboekjes.
‘Ook onderhoud wordt steeds verder geautomatiseerd en de service van Nederlandse fabrikanten is uitstekend. Ze houden op afstand weliswaar eventuele problemen nauwlettend in de gaten en bellen waar nodig voor een onderhoudsafspraak. Regelmatig onderhoud bespaart kosten, verlengt de levensduur van de machines en maakt ze interessant voor tweedehands verkoop. Ook met het schoonhouden van de werkplaats valt veel winst te behalen. Stof staat erom bekend storingen te veroorzaken in machines. Investeer in professionele schoonmaak en in goede luchtreinigers of stroop zelf de handen uit de mouwen en maak op vrijdagmiddag tijd met het team om te poetsen. En daarna aan de borrel. Een stofvrije werkomgeving draagt ook bij aan de gezondheid van het personeel. Bovendien levert je HAAS Minimill HE freesmachine tweedehands dan nog vlot 30.000 euro op’, tipt van Schie tot slot.