Minder opdrachten, lagere omzetten en een krimpend personeelsbestand. De partijen in de bouwketen voelen de pijnlijke gevolgen van de recessie alsmaar harder, zo blijkt uit de nieuwste Monitor Bouwketen van het Economisch Instituut voor de Bouw, in opdracht van de brancheorganisaties.
De negatieve ontwikkelingen zijn door de hele keten zichtbaar, zowel bij architecten, ingenieursbureaus en bouwbedrijven als bij schilders en installateurs, zo laat de Monitor Bouwketen zien.
Bij architecten, ingenieursbureaus en schilders- en onderhoudsbedrijven zijn de orderportefeuilles het minst gevuld. Deze bedrijven hebben gemiddeld tussen de 4,1 en 4,3 maanden werkvoorraad. Bij bouw- en installatiebedrijven gaat het om respectievelijk 5,9 en 5,8 maanden werkvoorraad.
Dit leidt tot pessimistische verwachtingen voor de toekomst. Zo verwacht meer dan de helft van de architecten en installateurs een verdere omzetdaling. Gemiddeld over alle sectoren verwacht zo’n driekwart van de bedrijven dat de omzet gelijk zal blijven of afnemen.
De ontwikkelingen hebben hun weerslag op de werkgelegenheid. In alle sectoren zijn de bedrijven negatiever gestemd over de ontwikkeling van hun personeelsbestand. Vergeleken met eerdere metingen verwachten gemiddeld meer bedrijven een afname van hun personeelsomvang.
De brancheorganisaties in de bouw vrezen voor een groot tekort op de woningmarkt. De nieuwbouw is gestagneerd en er wordt weinig gedaan aan onderhoud van de huidige woningvoorraad. De behoefte aan woningen van goede kwaliteit is echter onverminderd, want het aantal huishoudens in Nederland neemt nog altijd toe. Op termijn wordt dat onhoudbaar en zullen schrijnende tekorten ontstaan, vooral voor starters.