De Europese Commissie heeft haar eerste plannen gepresenteerd om een gelijker speelveld te creëren tussen EU-ondernemers en bedrijven uit derde landen. In het plan staan veel van de elementen van het Nederlandse kabinetsvoorstel voor een zogenoemd level playing field instrument dat begin december naar de Europese Commissie is gestuurd.
Ook de Europese Commissie concludeert dat bedrijven uit derde landen die dankzij staatssteun en ongereguleerde overwinsten oneerlijk concurreren met (Nederlandse en andere) EU-ondernemers een toenemend probleem vormen. De EU stelt daarom net als Nederland een uitgebreid en strenger toezicht voor om vooraf te kunnen onderzoeken en effectiever te handhaven. Zo hebben alle ondernemingen, ook die uit derde landen, geen oneigenlijke voordelen waardoor zij het gelijke speelveld op de interne markt verstoren.
Eerlijk
Staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat): ‘We willen graag zaken blijven doen met landen van buiten de EU. Dat heeft ons altijd economisch voordeel en banen opgeleverd. Maar die markt moet wel eerlijk zijn en niet worden verstoord door bedrijven die dankzij hun thuissituatie oneigenlijke concurrentievoordelen genieten. Ik ben blij dat de Europese Commissie in haar plannen de kern van de Nederlandse insteek overneemt, om een (ex-ante) onderzoek in te kunnen stellen naar het gedrag van een bedrijf bij een vermoeden dat deze met behulp van overheidssteun oneerlijk concurreert.’
Positief
De staatssecretaris vervolgt: ‘Ik ben dus positief over de EU-plannen en zie nog ruimte voor verbetering. Bijvoorbeeld door ook uitgebreider en strenger toezicht te gaan houden op bedrijven die een ongereguleerde, dominante machtspositie op hun thuismarkt hebben en daardoor mogelijk voordeel genieten ten opzichte van Europese ondernemers. Ik ga de komende tijd graag in gesprek met de Europese Commissie en andere lidstaten om samen te werken aan een daadwerkelijk wetgevend voorstel op dit terrein dat effectief is en aansluit bij de Nederlandse inzet.’