ArcelorMittal verhoogde als marktleider in de afgelopen vier weken de basisprijzen voor warmgewalste rollen wederom. Stond dat prijsniveau op 15 april 2021 nog op 970 euro per ton, nu rekent die fabriek bij haar – overigens nog steeds schaarse – aanbiedingen met een basisprijs van 1.100 euro, oftewel binnen vier weken een stijging van 130 euro.
Het leidt natuurlijk niet alleen tot de vraag in hoeverre het nog een realistisch en betaalbaar prijsniveau is, maar ook of hiermee het plafond van de prijzen eindelijk bereikt is? Die vraag stelt Noviostaal in Het Staaljournaal van 18 mei 2021.
Helaas is veel op dit moment nog erg ongewis. De eerdergenoemde prijsverhogingen kwamen namelijk meestal nogal onverwacht en bovendien altijd vlak voor het weekend. In diezelfde periode bleven andere belangrijke staalfabrieken juist grotendeels uit de markt, zodat afnemers geen idee hadden welke richting de prijzen nu echt zouden gaan. Feit is dat verschillende producenten uit Midden- en Zuid-Europa tot voor kort gewoonweg weigerden offertes voor levering in het derde kwartaal uit te brengen en daarmee de indruk wekten af te wachten hoe de markt zou reageren op de nieuwe prijzen zoals voorgesteld door de marktleider.
Pas heel recent kwamen er wat aanbiedingen, maar dan wel voor levertijden einde derde kwartaal. De schaarste die in de markt heerst maakt het echter dat afnemers, om niet “droog” te vallen, wel gedwongen werden en worden bestellingen op dit of zelfs boven dit niveau te plaatsen, ondanks dat de levertermijnen heel erg lang zijn en bij een enkele fabriek zelfs pas tot in het vierde kwartaal.
Zo zijn bij diverse servicecenters voorraden gedaald tot onder de veertig procent van de normale omvang en denken enkele bedrijven serieus na over het invoeren van werktijdverkorting. Niet omdat men te weinig opdrachten heeft, maar omdat er eenvoudigweg te weinig of geen voormateriaal aanwezig is om de productie te laten draaien. Zo is er een enorm tekort aan verzinkte coils, omdat de uitleveringen door de fabrieken erg vertraagd zijn, maar ook omdat sommige staalmakers prefereren aan de automobielsector te leveren in plaats van de servicecenters en handelaren. Naar verluidt zijn enkele fabrieken voor dit product de rest van het jaar zelfs geheel uit de markt.
Zijn er dan geen bedreigingen voor dit extreem hoog prijsniveau, waardoor die binnenkort zou kunnen gaan afzwakken? Zeker zijn er enerzijds ontwikkelingen gaande, die ertoe zouden kunnen leiden – zegt Noviostaal met nadruk héél voorzichtig – dat op kortere termijn een wat neerwaartse trend kan ontstaan. Zo melden diverse media, dat er door toezichthouders in China bij verschillende staalbedrijven een onderzoek gestart is inzake mogelijk onderling gemaakte prijsafspraken en het verspreiden van valse marktinformatie, waardoor de binnenlandse prijzen tot recordhoogtes gestegen zouden zijn. Daling van staalprijzen in China zou zeker leiden tot lagere prijzen elders in de wereld.
Het gevolg van de publicatie van dat bericht was dat de ijzerertsprijs ineens een prijsdaling van wel 7,5 procent liet zien. Meer recentelijk echter is die dalende ontwikkeling weer omgekeerd nadat de productiecijfers van de Chinese staalindustrie over april bekend werden gemaakt. Met 97,9 miljoen ton ruwstaal werd een maandelijks productierecord gebroken. In de periode januari t/m april produceerde het land 375 miljoen ton ruwstaal en daarmee zestien procent meer dan in de vergelijkbare periode 2020.
‘Omdat China’s staalproductie blijft groeien, de staalmarges hoog blijven en het overzeese ijzerertsaanbod beperkt blijft, denken wij dat de ijzerertsprijs tot in het tweede kwartaal rond het huidige niveau kan blijven, maar waarschijnlijk zeer volatiel zal blijven’, zo luidt de conclusie van de analisten van Morgan Stanley.
De voorraden in China zijn relatief laag en de vraag blijft hoog, waardoor dan juist weer geen dempende druk op de wereldprijzen zal ontstaan. Terzijde: het betekent overigens ook dat de maatregelen die de Chinese overheid had genomen om bijvoorbeeld de omvang van de staalproductie in de provincie Tangshan terug te brengen en daarmee de milieuvervuiling te beperken tot nu toe nog geen resultaat hebben opgeleverd.
Een andere ontwikkeling, die effect op de prijzen kan hebben, is de discussie die op dit moment gevoerd wordt over de vigerende Europese importheffingen (Safeguards), die eind juni aflopen.
De EU-Commissie bespreekt momenteel deze heffingen en de Europese Commissaris voor Handel Valdis Dombrovski suggereerde onlangs dat ze gehandhaafd zullen blijven, hoewel niet duidelijk is in welke vorm. De EU-Commissie staat hierbij van twee kanten onder druk. EU-staalfabrieken wensen dat de importheffingen gehandhaafd blijven, maar handelaren en servicecenters wijzen juist op de heersende materiaalschaarste, de extreem hoge marktprijzen binnen de Europese Unie en het recht op vrije handel. Importheffingen zouden dat laatste teveel beperken.
Blijven de heffingen, dan zal er op korte termijn geen wezenlijke verandering in de huidige materiaalkrapte gaan plaatsvinden en daardoor ook niet tot een neerwaarts effect op het prijsniveau leiden. Worden ze gedeeltelijk of volledig weggenomen dan zal er meer materiaal op de markt gaan komen, waardoor de EU-fabrieken meer concurrentie zullen gaan krijgen. Dat effect zal dan overigens pas later in het derde of begin vierde kwartaal te merken zijn, want de levertijd van materiaal vanuit Azië is momenteel ongeveer drie tot vier maanden na bestelling.
Dan nog echter is de vraag of er voldoende importmateriaal wordt aangeboden. De coronapandemie heeft bijvoorbeeld hard toegeslagen in India, waardoor gevreesd wordt dat de exporthoeveelheden noodgedwongen beperkt zullen gaan worden. Bovendien is ook nog de vraag wie nu zich wil gaan vastleggen op importcontracten, terwijl er geen duidelijkheid bestaat over het wel of niet voortbestaan van de invoerheffingen?
Eind mei zal meer duidelijkheid zijn over de toekomst van de huidige Europese invoerbelemmeringen. Naast deze ontwikkelingen krijgt de Europese staalmarkt echter ook nog te maken met de tijdelijke productiestop van hoogoven nr. 1 bij ThyssenKrupp Steel. De actuele importprijzen zijn nauwelijks concurrerend te noemen met die van EU-materiaal. De prijzen in de VS zijn bovendien nog hoger dan die in de EU en vertonen ook nog steeds een stijgende trend, waardoor het een meer aantrekkelijke exportmarkt is. Voor kwarto plaatstaal (dikke plaat) wordt 1.300 dollar (ca. €1.080) per ton betaald en voor verzinkte coils 1.700 dollar (ca. € 1.425) per ton. Kortom, normaal gesproken is op afzienbare termijn geen wezenlijke verbetering in de nu werkelijk rampzalige schaarste aan staalproducten te verwachten en daarom lijkt het redelijk om vooralsnog geen prijsdaling te kunnen begroeten.
Verschillende media berichtten onlangs dat het Britse SFO (Serious Fraud Office), vanwege vermoedelijke fraude, mogelijke frauduleuze handelswijzen en wellicht witwassen van geld, recent een onderzoek begonnen is bij de Gupta Family Group Alliance (GFG). Dit bedrijf is eigenaar van de Liberty Steel Group met productielijnen in onder andere diverse Europese landen en werd vooral gefinancierd door het inmiddels failliet verklaarde Greensill Capital (Australië). Welke gevolgen dit onderzoek zal hebben voor de diverse dochterondernemingen in het Verenigd Koninkrijk (VK) is op dit moment onduidelijk, maar er zijn vanwege de financiële problemen al langer grote zorgen over het verlies van werkgelegenheid.
De Liberty Group is, sinds dat haar financier in moeilijkheden raakte, op zoek naar alternatieve financiële bronnen en kijkt inmiddels ook naar andere oplossingen. Daarvoor is een werkgroep opgericht, die als missie heeft Liberty intern te gaan herstructureren en zich te gaan concentreren op bepaalde kernactiviteiten, waarvoor bijvoorbeeld een aantal dochterbedrijven afgestoten zouden moeten worden.
De Liberty Steel Group wil eventueel haar Franse fabrieken Ascoval en Hayange, producenten van spoorrailprofielen, verkopen als onderdeel van een herstructurering van de staalgroep in het kader van de financiële problemen veroorzaakt door het faillissement van Greensill Capital. Het bedrijf bericht wel, dat de productie vooralsnog gewoon door zal gaan ondanks de moeilijkheden. Liberty nam deze productielijnen in 2020 over. De Franse overheid heeft zich inmiddels bereid getoond in het kader van behoud van werkgelegenheid in een of andere vorm hulp te gaan bieden mochten deze beide ondernemingen, als gevolg van de financiële problemen in de Liberty Steel Group zelf, in moeilijkheden komen waardoor werkgelegenheid ten onder zou gaan.
De Tsjechische regering is bereid Liberty Ostrava, de grootste staalproducent van de Tsjechische republiek tijdelijk over te nemen en voort te zetten mochten de financiële problemen waarin de Liberty steel Group verkeert leiden tot een faillissement van deze Liberty-dochteronderneming. Voorlopig lijkt het nog niet nodig, maar de regering zal alles doen om de werkgelegenheid in stand te houden.
ThyssenKrupp Steel zal in het derde kwartaal 2021 ondanks de al heersende schaarste aan materiaal minder staal gaan uitleveren omdat hoogoven nr. 1 vanaf juli stil zal worden gelegd voor groot onderhoud. De productiestop zal naar verwachting zes tot acht weken duren en is naar men bericht nu noodzakelijk, omdat langer uitstellen van het onderhoud onverantwoord zou zijn. Deze hoogoven heeft een productiecapaciteit van ca. 3,6 miljoen ton ruwstaal per jaar. Hoewel het concern zegt voldoende voorraad halfproducten als plakken (brammen) voorafgaand aan de reparatieperiode op te gaan bouwen bestaat toch de vrees dat het wegvallen van mogelijk wel zo’n 500.000 tot 600.000 ton materiaal de heersende schaarste op de staalmarkt mogelijk zal gaan verergeren.
Het fiscale boekjaar van TKS loopt van 1 oktober t/m 30 september. Voor het tweede kwartaal (januari t/m maart) kon het concern een operationeel positief resultaat rapporteren. Het uiteindelijke resultaat werd negatief beïnvloed door diverse incidentele kosten voortkomend uit de reorganisatie van het concern. TKS onderzoekt een zelfstandig voortbestaan van de staalpoot nadat een overname door Liberty Steel eerder dit jaar afketste.
Binnenkort zou bekend moeten zijn hoe de uitspraak luidt van de Italiaanse autoriteiten over het al dan niet sluiten van de ruwstaalproductie van Acciaierie d’Italia/Acciaierie Italiane in Tarante (Zuid-Italië). Eerder dit jaar sprak een lokale rechtbank het bevel uit de productie te staken, maar de onderneming ging daartegen in beroep. De uitspraak van het hoger gerechtshof werd verwacht op 13 mei, maar inmiddels heeft de rechtbank bekend gemaakt meer tijd nodig te hebben. Het besluit wordt nu binnen 45 dagen verwacht. Mocht de uitspraak negatief zijn voor de Italiaanse staalfabriek zal dat een grote ramp zijn voor de afnemers die plotseling geen materiaal meer zullen ontvangen. Italië is na Duitsland de grootste producent van Europa met een capaciteit van circa 20-22 miljoen ton ruwstaal.
Noviostaal geeft per 18 mei 2021 de volgende indicatie voor de circa fabrieks-staalprijzen voor coils en kwartoplaat in euro per ton:
Deze maand stijgen de prijzen voor alle soorten sterk. De stijging loopt van 120 euro per ton voor Koudgewalste coils naar 135 euro per ton voor Warmgewalste coils naar 150 euro per ton voor Sendzimir verzinkte coils en 190 euro per ton voor Kwartoplaat, ten opzichte van de staalprijzen in april 2020.
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…
Softwarebedrijf ConstruSteel behoort in 2024 wederom tot de snelst groeiende bedrijven van Nederland en daarom…