‘Het is goed dat de Europese Commissie het voorstel handhaaft om regels voor grensoverschrijdende detachering aan te passen. Een stap in de goede richting, hoewel dit voorstel eigenlijk niet ver genoeg gaat. Ongelijkheid in kosten tussen werknemers uit verschillende landen is nog steeds mogelijk’, zo reageert CNV Voorzitter Maurice Limmen op het deze week bekend geworden besluit van commissaris Thyssen op de zogenoemde gele-kaartprocedure.
Op 8 maart 2016 presenteerde Eurocommissaris Marianne Thyssen een voorstel om de regels voor detachering van werknemers binnen Europa aan te passen. Elf voornamelijk Oost-Europese landen van de Europese Unie startten daarop op 10 mei een zogenaamde gele-kaartprocedure om haar voorstel tegen te houden. Vanwege deze stap moest Thyssen de bezwaren van de lidstaten meewegen en haar voorstel behouden, aanpassen of intrekken.
Europese arbeidsmarkt
‘Die gele-kaartprocedure rondom dit voorstel beschouw ik wel als een veeg teken voor de staat waarin de Europese samenwerking terecht is gekomen’, aldus Limmen. ‘Wanneer Oost-Europese landen protesteren tegen betere arbeidsvoorwaarden van hun eigen inwoners die in andere landen aan het werk zijn, zijn we ver van huis’, zo reageert Limmen vanuit Gdansk waar hij juist nu hierover met de Poolse vakbeweging in gesprek is.
Limmen: ‘Maar ook met dit voorstel is het nog steeds voor bedrijven die gedetacheerde werknemers inhuren mogelijk bijvoorbeeld sociale premies te betalen op het niveau van het land waar ze vandaan komen. Voor het CNV betekent een fatsoenlijke Europese arbeidsmarkt: gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plek. Dit voorstel is pas het begin van een fatsoenlijke Europese arbeidsmarkt, maar is hiermee zeker nog niet af. Zo wachten we nog op voorstellen van de Europese Commissie dit najaar om regels rondom afdracht van premies voor sociale zekerheid in verschillende Europese landen beter op elkaar af te stemmen.’