Europese producenten gereedschapmachines voorzien forse groei

Dit bleek tijdens de algemene ledenvergadering van de CECIMO, die op 24 en 25 oktober werd gehouden in Parijs. Nederland was vertegenwoordigd door de Groep Fabrikanten Machines van de VIMAG . ‘Deze groeicijfers zijn geheel volgens verwachting,’ zegt Filip Geerts, secretaris-generaal van CECIMO.

2009
‘Omdat we de prognoses die we afgeven, baseren op wat de bedrijven in portefeuille hebben, kunnen we al vrij lang van te voren aangeven waar de omzet naar toe gaat.’ Om diezelfde reden verwacht CECIMO voor 2009 een gelijkblijvende omzet. ‘Onze leden hebben op dit moment nog flink wat orders in behandeling die pas in 2009 worden afgeleverd. Ondanks de forse aderlating die we in de automobielsector zullen moeten laten,’ hoopt en verwacht Geerts toch een gelijkblijvende omzet. Zijn hoop is daarbij gericht op de energie- en luchtvaart- en de medische industrie, industrieën waar nog wel flink wordt geïnvesteerd .

Wereldmarkt
Van de totale productie wordt 37 procent buiten Europa verkocht. De totale exportgroei zal naar verwachting over 2008 zo’n 7 procent bedragen. In de eerste helft van dit jaar nam met name de export naar de Verenigde Staten en Brazilië, Rusland en India sterk toe. Rekening houdend met de sterke positie van de euro bewijst deze exportgroei dat Europese gereedschapmachines gewild zijn.

De 15 leden van de CECIMO vertegenwoordigen ongeveer 85 procent van de totale Europese productie aan gereedschapmachines. Volgens de CECIMO komt dat dit jaar ongeveer overeen met 46 procent van de totale wereldmarkt voor gereedschapmachines; in 2007 was dat nog 44 procent. Daarmee liggen de Europese gereedschapmachineproducenten ver voor op hun collega’s uit Japan met 18 procent en China met een wereldaandeel van 15 procent.

CECIMO staat voor Comité Européen de Coopération des Industries de la Machine-outil en bestaat uit de 15 nationale lidverenigingen: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Zij representeren en promoten de belangen van ongeveer 1.450 Europese bedrijven.