Eindhoven
31 aug. 2010
1 minuut
De Europese Unie heeft vier miljoen euro uitgetrokken voor het zogeheten RoboEarth project. In dit project gaan de ingenieurs van de TU Eindhoven onderzoeken hoe robots wereldwijd via het web ervaring met elkaar kunnen uitwisselen.
René van de Molengraft van de TU Eindhoven heeft het RoboEarth-project voorgesteld tijdens Hightech Mechatronica 2010. Want hightech is het project absoluut.
Wereldwijd netwerk
Het project van de TU Eindhoven, samen met onder andere de universiteiten van München, Stuttgart en Zaragossa en de ETH Zürich, voorziet in het ontwikkelen van een systeem dat ervoor zorgt dat alle robots in de wereld verbonden zijn aan een centrale database en daar kunnen putten uit ervaringen van andere robots.
Een robot die een bepaalde taak uitvoert, maakt een kaart van zijn omgeving met daarin de handelingen verwerkt en slaat die op in de server. Andere robots kunnen deze downloaden. ‘Die robot hoeft dan niet volledig opnieuw geprogrammeerd te worden. Hij download het recept en kan de handeling uitvoeren. De komende jaren willen we aantonen dat dit werkt.’
Als het RoboEarth project slaagt, wordt de inzet van robots in de toekomst stukken eenvoudiger. Het plan voorziet onder andere in een koppeling met Google Maps en Google Street, om geografische informatie die al beschikbaar is op het web ook bij de robot te gebruiken. Ook wordt er software ontwikkeld om recepten automatisch aan te passen aan de hardware, zodat robots van twee verschillende merken elkaars ervaring kunnen gebruiken.
Anderen lazen ook
