Heeft de NEVI Purchasing Managers Index (PMI)te lijden gehad van de Brexit of niet? Feit is dat de export order index voor het eerst sinds vier jaar onder de kritische waarde van 50 zakte: deze kwam uit op 49,8 hetgeen wijst op een licht dalend exportcijfer.
Overigens kwam de totale Nevi PMI in juni uit op 52,0, dat is een daling vergeleken met de 52,7 van afgelopen. Desondanks wijst dit op een verbetering in de Nederlandse industrie, ook als is het de kleinste verbetering in vier maanden.
Binnenlandse vraag op peil
‘Met name producenten van investeringsgoederen rapporteerden lagere exportorders. Niettemin bleef de binnenlandse vraag, met een indexwaarde van 51,7, goed op peil. Productievolumes bleven als gevolg daarvan op een goed niveau (52,0), resulterend in een goede bezetting van het productie-apparaat. Iets minder exportorders stelde onze productiebedrijven in staat achterstanden in de productie en uitlevering te verminderen’, concludeert prof. dr. Arjan van Weele, NEVI hoogleraar inkoopmanagement aan de TU Eindhoven.
‘Geen vuiltje aan de lucht zou je denken. Maar dat is wellicht te snel gedacht. Stijgende inkoopprijzen (van met name staal- en staalhalffabricaten) vertaalden zich in licht hogere verkoopprijzen. Houdt dit de komende maanden aan, dan zal dit een rem op de economische groei zetten. Maar zover is het nog niet. Daarvoor zullen we eerst de zomer moeten afwachten. Met een werkgelegenheidscijfer van 50,7 nam het aantal banen in de industrie toe. We zullen in juli en augustus zien wat de werkelijke effecten van de Brexit zijn. Voorlopig hebben we geen reden tot klagen’, besluit Van Weele zijn visie op de Nevi PMI van juni 2016.