De groei van de buitenlandse orderpositie voor het MKB-metaal is in het tweede kwartaal van 2019 gelijk gebleven aan het eerste kwartaal. Voor het komende kwartaal wordt deze echter lager ingeschat. De groei van de binnenlandse orderportefeuille is juist toegenomen, voor het derde kwartaal wordt een vergelijkbare groei verwacht.
Dat blijkt uit de Economische Barometer van Koninklijke Metaalunie. De respondenten van de barometer waren het tweede kwartaal wel positiever over de binnen- en buitenlandse orderpositie, 44 procent was positief hierover.
Een op de vijf ondernemers verwacht een toename van de binnenlandse orderpositie, waar 13 procent een afname verwacht. De gemiddelde totale orderportefeuille van de ondervraagden is licht afgelopen van 9,2 naar 9 weken.
53 procent van de respondenten exporteert. Bij 31 procent (was 29%) van hen nam de orderpositie buitenland toe, bij 15 procent (was 13%) nam deze af. Waar vorig kwartaal een kwart van de ondernemers een toename verwachtte in de buitenlandse orderpositie, is dat nu nog maar 14 procent.
Prijzen en personeel
In de afgelopen jaren wisten veel bedrijven in het MKB-metaal hun verkoopprijzen te verhogen. Dit was vaak nodig om te compenseren voor toegenomen inkoopprijzen. In het tweede kwartaal van 2019 is het aandeel bedrijven dat de verkoopprijs verhoogd heeft, afgenomen van 31 naar 14 procent. Deze afname wordt voor een deel verklaard door de lagere inkoopprijzen aan het eind van het eerste en in het tweede kwartaal van 2019.
Ook het MKB-metaal heeft moeite met het vinden van personeel, het aantal bedrijven met openstaande vacatures ligt rond de 45 procent. Gemiddeld hebben deze bedrijven 2,4 vacatures openstaan. Vooral oppervlaktebehandelingsbedrijven zijn hard op zoek naar nieuwe medewerkers. Ondernemers verwachten een belangrijk deel van de vacatures niet in te kunnen vullen.
Bedrijfsresultaat
De ontwikkeling van het bedrijfsresultaat fluctueert de afgelopen kwartalen. Afgelopen kwartaal heeft 13 procent van de ondernemers een beter bedrijfsresultaat behaald dan het voorgaande kwartaal, in het eerste kwartaal van 2019 was dit 3 procent. Vooral bedrijven die aan de bouw toeleveren zaggen betere bedrijfsresultaten (35%).
De waardering van het bedrijfsresultaat is in het tweede kwartaal weer iets toegenomen ten opzichte van het eerste kwartaal maar ligt in het tweede kwartaal historisch gezien nog steeds hoog met 50 procent tegenover een gemiddelde van 28 procent.
De verwachtingen ten aanzien van het bedrijfsresultaat voor het derde kwartaal zijn lager dan in het tweede kwartaal. Dit zou te maken kunnen hebben met de vakantieperiode. Per saldo geeft nu 9 procent aan een beter bedrijfsresultaat te verwachten, waar dit in het eerste kwartaal 19 procent was. Het aantal bedrijven dat aangeeft winst te maken ligt in het tweede kwartaal met 75 procent op een vergelijkbaar niveau als de voorgaande kwartalen. Een op de vijf bedrijven draait break-even en 6 procent maakt verlies.