Volgens de eerste berekening van het Centraal Bureau voor de Statistiek, op basis van nu beschikbare gegevens, is het bruto binnenlands product (bbp) in het tweede kwartaal van 2021 met 3,1 procent gegroeid ten opzichte van een kwartaal eerder. Vooral de bedrijfstak handel, vervoer en horeca, de bedrijfstak overheid, onderwijs en zorg en de bedrijfstak industrie hadden een groot aandeel in de toename van het bbp kwartaal op kwartaal.
Volgens de eerste berekening was het bbp in het tweede kwartaal van dit jaar 9,7 procent groter dan een jaar eerder. Dat is de grootste jaar-op-jaargroei ooit. Vooral de consumptie door huishoudens en het handelssaldo waren hoger. Ook de investeringen en de overheidsconsumptie hadden een positieve bijdrage aan de groei.
De uitzonderlijk hoge groei in het tweede kwartaal van 2021 is voornamelijk ook het gevolg van het feit dat er vorig jaar in het tweede kwartaal een strenge lockdown gold en het bbp toen sterk kromp. De economie veerde in de periode erna terug, maar de krimp van toen is nog niet volledig gecompenseerd. Ten opzichte van twee jaar geleden was de omvang van de economie in het tweede kwartaal van 2021 nog 0,4 procent kleiner. Alleen de consumptie van de overheid en de uitvoer lagen in het tweede kwartaal van 2021 hoger dan in het tweede kwartaal van 2019.
In het tweede kwartaal van 2021 zijn de investeringen in vaste activa met 9,5 procent gegroeid. Er werd vooral meer geïnvesteerd in woningen, bedrijfsgebouwen, personenauto’s, vrachtauto’s en machines en installaties. Ook de investeringen zijn nog niet terug op het pre-coronaniveau en lagen in vergelijking met het tweede kwartaal van 2019 nog ongeveer één procent lager.
De uitvoer van goederen en diensten lag in het tweede kwartaal 14 procent hoger dan een jaar eerder. De uitvoer van goederen groeide sterk. Er gingen vooral meer machines, chemische producten en transportmiddelen naar het buitenland. De export van Nederlands fabricaat kwam 16 procent hoger uit, de wederuitvoer (de uitvoer van eerder ingevoerde producten) groeide met 21,1 procent. De uitvoer van diensten was iets hoger dan in het tweede kwartaal van 2020.
De invoer van goederen en diensten was 10,7 procent hoger. De uitvoer groeide harder dan de invoer waardoor het handelssaldo een positieve bijdrage had aan de economische groei.
De toegevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten) van de handel, vervoer en horeca lag in het tweede kwartaal van dit jaar 15,6 procent hoger dan een jaar eerder. De vervoerssector en vooral de horeca veerden sterk terug, maar zijn nog ver verwijderd van het niveau pre-corona. Daarentegen groeide de handel en reparatie niet alleen ten opzichte van een jaar geleden, maar ook in vergelijking met twee jaar eerder.
De industrie groeide met ruim veertien procent. Vooral de machine-, de metaal-, de voedingsmiddelen- en de transportmiddelenindustrie droegen hieraan bij. De bouwsector boekte een groei van vijf procent.
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…
Softwarebedrijf ConstruSteel behoort in 2024 wederom tot de snelst groeiende bedrijven van Nederland en daarom…