‘De Nederlandse industrie is nog erg afhankelijk van de Europese markt waar de groei relatief laag is. Het is belangrijk dat het exportaandeel naar landen buiten de EU toeneemt. Dat vraagt een concurrerende economie, een economie waarin Smart Industry een belangrijk rol speelt. Andere landen zitten niet stil en investeren volop in de digitalisering van productieprocessen. Ons land moet niet meegaan met innovatie. Nee, we moeten wereldwijd voorop willen lopen in innovatie’, stelt Ineke Dezentjé Hamming bij de presentatie van het FME Onderzoek Internationaal Ondernemen 2015.
Dezentjé: ‘De overheid is een belangrijke aanjager van innovatie en moet daarvoor voldoende budget beschikbaar stellen. Een belangrijk onderdeel hiervan is de financiering van de digitalisering van productie. De overheid moet samen met kennisinstellingen en ondernemers werk maken van de toekomstige verdienkracht van ons land. Maar ook moet de overheid bijdragen aan het wegnemen van handelsbarrières en knelpunten zoals invoerbelemmeringen en exportfinanciering. Alleen dan blijven we exportkampioen.’
Bedrijven uit de technologische industrie halen bijna 60 procent van hun omzet uit export naar 23 landen. De belangrijkste exportbestemming blijft, net zoals voorgaande jaren, Duitsland.
Meer dan de helft van de landen waar de industrie zaken mee doet, komt uit Europa. Nog geen vijfde deel van de export gaat naar Azië (16 procent) en 7 procent gaat richting Noord-Amerika. Wel zien veel ondernemers (48 procent) de Verenigde Staten als een belangrijke groeimarkt. Het vrijhandelsakkoord (TTIP), waar de EU en VS op het moment over onderhandelen, vinden de bedrijven uit de technologische industrie dan ook zeer interessant. Bijna 70 procent van de bedrijven verwacht voordeel te behalen uit een te sluiten handelsverdrag. Vooral de acceptatie van Europese en internationale technische standaarden en testresultaten in de VS moeten in het vrijhandelsakkoord geregeld worden, stelt 40 procent van de ondervraagde bedrijven.
Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat het zaken doen over de grens niet altijd zonder slag of stoot gaat. Onvoldoende marktkennis, tijd en mankracht, hoge importtarieven, gecompliceerde wet- en regelgeving zijn handelsbarrières en knelpunten die bedrijven uit de technologische industrie ervaren. De afgelopen jaren worden Brazilië, China, Rusland en India keer op keer als grootste ‘barrièrelanden’ gezien. Daarnaast ondervinden veel bedrijven ook problemen bij het zaken doen met de VS. Het grootste knelpunt is het vinden van een lokale handelspartner (38 procent) en de meest voorkomende barrières zijn invoerbelemmeringen en douaneprocedures (43 procent).
Voor het benutten van internationale kansen wordt de beschikbaarheid van een internationaal concurrerende exportfinanciering door meer dan helft van de bedrijven (53 procent) als probleem ervaren. Het grootste probleem voor de technologische industrie bij exportfinanciering zit hem in het feit dat bedrijven uit andere landen door de eigen overheid adequater worden ondersteund bij exportfinanciering. Er is dus sprake van een ongelijk speelveld. Ondanks het feit dat Nederland een redelijk instrumentarium heeft, lopen we achter bij andere landen. FME dringt er bij de overheid voortdurend op aan om het speelveld gelijk te trekken.
Het gebruik van robots in fabrieken over de hele wereld blijft in hoog tempo doorgaan:…
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…