Bedrijven die Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) gebruiken, waarbij emissies naar bodem, water en lucht kunnen ontstaan, moeten voldoen aan de minimalisatieplicht van de Omgevingswet. Vanaf nu geldt deze verplichting ook voor alle PFAS-stoffen. FME verwacht dat dit grote impact zal hebben op de technologische industrie, met name op mkb-bedrijven. Er geldt geen overgangsperiode.
Normaliter wordt het beleid voor ZZS en PFAS afgeleid van de Europese CLP (Classificatie, Labeling en Packaging)- en Reach-regelgeving (restrictie- en autorisatiemaatregelen). Dat is nu niet het geval. PFAS is recent als prioritaire stof opgenomen in Ospar, een verdrag ter bescherming van de Noordoost-Atlantische Oceaan. Alle aangesloten landen, waaronder Nederland, hebben een verplichting om deze stoffen te minimaliseren.
Daarmee worden alle PFAS in Nederland nu bestempeld als ZZS. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft dit bekendgemaakt in een Kamerbrief over de voortgang ten aanzien van een aantal moties en ontwikkelingen op het gebied van PFAS.
Grote uitbreiding ZZS-lijst
Het RIVM is verantwoordelijk voor het bijhouden van de ZZS-lijst. Een aantal PFAS-stoffen stond al op deze lijst. In totaal worden meer dan 100 PFAS-stoffen en groepsvermeldingen toegevoegd.
Dit heeft in ieder geval grote gevolgen voor bedrijven met een vergunningplichtige activiteit waar paragraaf 5.4.3 van het Besluit Activiteiten Leefomgeving (Bal) van toepassing is. Robert van Beek, belangenbehartiger energie en klimaat bij FME, laat weten: ‘Bedrijven moeten nu ook voor alle PFAS eens in de vijf jaar een vermijdings- en reductieplan opstellen, waarmee ze voorkomen dat ze PFAS uitstoten naar lucht en water. Als reductie echt niet mogelijk is, moeten bedrijven de emissie zoveel mogelijk verminderen.’
De verplichting tot minimalisatie is niet nieuw; deze volgt al uit de specifieke zorgplicht van artikel 2.11 van het Bal en geldt voor alle stoffen (dus zowel ZZS als niet-ZZS).
Bezorgdheid over uitvoering
FME maakt zich zorgen. In de eerste plaats omdat het om zo’n grote groep PFAS-stoffen gaat en het ZZS-beleid al veel knelpunten in de uitvoering kent. Van Beek: ‘Voor veel bedrijven zal dit toch als een verrassing komen. Reductie van ZZS was al complex en deze uitbreiding maakt het nog moeilijker. Hoe gaan we PFAS meten? Valt dit wel te handhaven?’
FME verwacht dat het besluit niet alleen producerende bedrijven zal raken, hoewel die waarschijnlijk al grotendeels aan de minimalisatieplicht voldoen. Ook bedrijven die chemische stoffen gebruiken, mogelijk zelfs schoonmaak- en onderhoudsbedrijven, kunnen hiermee te maken krijgen. De precieze impact is nog niet bekend en zal duidelijker worden na overleg met de overheid.
FME zal erop aandringen dat praktische uitvoeringsproblemen van het ZZS-beleid versneld worden opgelost om onevenredig grote administratieve lasten voor mkb-bedrijven te voorkomen.