Gebrek aan liquiditeit gevaar voor Duitse opleving werktuigmachine-industrie

In totaal stegen de bestellingen van januari tot en met maart, vergeleken met dezelfde periode van 2009, met 43 procent. De binnenlandse vraag steeg met 25 procent en de buitenlandse vraag steeg zelfs met 54 procent.

‘Na deze goed start van 2010 valt het nog maar te bezien of dit doortrekt in de rest van het jaar, zegt dr. Wilfried Schäfer, directeur van de Verein deutscher Werkzeugmaschinenfabriken VDW in Frankfurt am Main. Schäfer is zeer positief over de hoeveelheid werk voor de servicebedrijven ook flink is toegenomen. Dat betekent dat onze klanten weer werken met de machines. Dat zal op termijn onherroepelijk leiden tot de aanschaf van nieuwe machines.’

In de maakindustrie heerst weer optimisme. De bezettingsgraad is in april gestegen van 67.6 in januari naar 71.6 procent in april. De werkvoorraad is gestegen naar 6,6 maand (oktober 2009: 5,6 maand). In de werktuigmachinemarkt werkten begin januari ongeveer 64.300 medewerkers, dat is 11 procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar.

Liquiditeit

In geen geval is de branche uit het dal. Het ordervolume beweegt zich in vergelijking met het topjaar 2008 op een lager niveau. ‘Zeer grote zorgen maken de bedrijven zich over de liquiditeit, zowel bij hun klanten als bij zichzelf’, zegt Schäfer. Er is gewoon gebrek aan voldoende financiele middelen waarmee opdrachten voorgefinancierd kunnen worden. Gebrek aan liquiditeit kan in het extreemste geval ertoe leiden dat bij deze beginnende opleving van de economie er personeel moet worden ontslagen terwijl je die dan juist nodig hebt.’

De periode van order tot oplevering bedraagt voor standaardmachines drie maand en voor speciaalmachines twee jaar. Om die reden, verwacht Schäfer, zal 2010 een overgangsjaar zijn. Zelfs als de vraag naar werktuigmachines zo goed gaat als in het eerste kwartaal, zal dat volgens hem niet leiden tot een grotere productie dan vorig jaar. ‘Om die reden verwachten we voor het lopende jaar een productieteruggang van 12 procent’, besluit Schäfer.