Glasindustrie wil energiebesparing realiseren van 25 procent

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

De Nederlandse glasindustrie loopt wereldwijd voorop met innovaties en energie-efficiency. Om die leidende positie te behouden, wil de sector in 2030 een energiebesparing van 25,2 procent gerealiseerd hebben. In de Routekaart 2030 voor de Nederlandse glasindustrie beschrijven de betrokken partijen hoe ze die besparing willen bereiken.

Eind augustus 2012 werd de routekaart aangeboden aan Jaco Stremler, plaatsvervangend directeur Energie en Duurzaamheid bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I).

Tijdens de presentatie van de routekaart waren de belangrijkste spelers uit de Nederlandse glasindustrie te gast bij tafelglasproducent Libbey in Leerdam, zoals directeuren en technisch leidinggevenden van diverse glasbedrijven, de Vereniging van Nederlandse Glasfabrikanten, de Stichting Duurzaam Verpakkingsglas, Vlakglas Recycling Nederland, onderzoeksinstituut Celsian, het ministerie van EL&I, Agentschap NL en procesbegeleider Atos. Met het aanbieden van de routekaart 2030 voor de Nederlandse glasindustrie zeggen ze toe hun schouders onder de energiebesparing te zetten.

Film

Bekijk ook de film ‘Helder zicht op energie-efficiency‘ over de ambitie van de Nederlandse glasindustrie om 25 procent energiezuiniger te produceren.

Vereniging Nederlandse Glasfabrikanten

Kernwoorden van de routekaart zijn schoon, zuinig en rendabel. ‘Deze woorden zijn al langer belangrijk voor onze industrie en we hebben op dit gebied een toppositie in de wereld’, vertelt Jaap van der Woude, secretaris van de Vereniging van Nederlandse Glasfabrikanten. ‘We willen die toppositie behouden door verantwoord te investeren in slimme innovaties. Zo blijven we efficiënter dan vestigingen in de lagelonenlanden en kunnen we de glasindustrie in Nederland houden.’

Grote glasovens

De glasindustrie kan veel besparen door nieuwe grote glasovens te installeren. Dit vraagt echter flinke investeringen die in het huidige economische klimaat niet of nauwelijks mogelijk zijn. Ook doordat de Nederlandse glasproducenten voor deze investeringen grotendeels afhankelijk zijn van de internationale managementteams van hun concerns. Gelukkig laat de routekaart zien dat de glasproducenten veel meer kunnen doen, zoals het verbeteren van de glassamenstelling, procesregeling en de inzet van meer recyclingscherven.

Procesverduurzaming

Al in 2009 startte de Nederlandse glasindustrie met een voorstudie voor de Routekaart 2030. Daarin zochten de betrokken partijen naar de overlap tussen de verschillende productiemethoden. Een wijnglas kent immers een ander productieproces dan een autoruit of glasvezel. De verschillende studies resulteren in een routekaart met vijf thema’s, zoals het optimaliseren van processen en verduurzamen van de keten.

Een ander belangrijk onderdeel van de routekaart is het ontwikkelen en verspreiden van kennis, binnen de sector en daarbuiten. ‘Steeds weer merken we dat mensen maar weinig weten over de glasindustrie. Dat willen we veranderen.’ Een eerste stap is de promotiefilm over glasindustrie die tijdens de presentatie in première ging.

Glasvezelcomposieten

De meeste glasproducten verdienen hun footprint veelvuldig terug. Van der Woude: ‘Een mooi voorbeeld hiervan is het gebruik van dubbel glas voor de isolatie van gebouwen en huizen. Andere voorbeelden zijn de inzet van glas voor isolatie in de bouw en lichtgewicht glasvezelcomposieten in auto’s of windturbines. Daarnaast is glas zeer inert, waardoor het eindeloos hergebruikt kan worden. Dat maakt het een van de duurzaamste materialen.’