4 Jul. 2011
3 minuten
De NEVI PMI bedroeg in juni 52.1. Dit is de kleinste verbetering van de marktomstandigheden sinds november 2009. Het aantal nieuwe orders daalde licht voor het eerst in negen maanden.
Het aantal nieuwe orders daalde licht. En dat is voor het eerst in negen maanden. Een verdere groei van de export orders ving de geringe binnenlandse vraag enigszins op. Zowel de personeelsbestanden als de productieomvang nemen nog steeds toe. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde. De voorraad gereed product nam af. De inkoopprijsinflatie daalde voor de vierde opeenvolgende maand, maar bleef aanzienlijk. De verkoopprijzen stegen, echter in de kleinste mate sinds november vorig jaar.
De inkoopactiviteiten namen beperkt toe en de levertijden werden langer.
NEVI Hoogleraar Inkoopmanagement Arjan van Weele stelt dat de lichte daling beslist geen reden is om ‘moord en brand’ te schreeuwen. Het lijkt er op dat de economische groei afneemt, getuige de Purchasing Managers’ Index van 52.1 over de maand juni (in mei 55.1 en april 59.2; een waarde van 50 wijst op een onveranderde situatie). ‘De productievolumes in de industrie stegen nu voor de 24e maand in successie. Dan valt het te verwachten dat de groei gaat afnemen. Veel industriële bedrijven als bijvoorbeeld DAF Trucks, ASML kunnen het werk nauwelijks aan. Materialen en componenten zijn moeilijk te verkrijgen, getuige de lange levertijden. Hierdoor kennen sommige Duitse automerken op dit moment levertijden van een half jaar en meer. De schaarste aan de inkoopkant vertaalt zich in hoge inkoopprijzen, die op zich weer tot hogere afnemers- en consumentenprijzen leiden. Dat gaat al maanden zo en dat kan niet langer duren. Volstrekt logisch en voorspelbaar dat de groei afneemt. De industrie zal zich nu normaliseren. Bedrijven doen er goed aan de markt – vooral hun exportmarkt – goed in de gaten te houden en flexibel te reageren op de veranderingen die zich zullen gaan voordoen. Ook de leveranciers nu goed geïnformeerd houden en inkoopopdrachten reëel houden, is het devies. En goed werk leveren. Lange levertijden zijn op zich niet erg als je deze maar communiceert en nakomt.’ Door de teruglopende economische groei stelt Van Weele zijn rapportcijfer bij: van 7.6 naar 7.3.
Productie index
De productieomvang bij de Nederlandse productiebedrijven steeg in juni, waarmee de huidige periode van groei op twee jaar komt. De laatste gegevens wijzen erop dat een combinatie van grotere productie-efficiency en inspanningen om achterstanden weg te werken, ertoe hebben geleid dat de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde. De groei van de productieomvang was echter voor de tweede opeenvolgende maand kleiner dan de maand ervoor en de kleinste sinds oktober vorig jaar.
Nieuwe export orders index
Het aantal ontvangen nieuwe orders uit het buitenland steeg in juni voor de vierentwintigste opeenvolgende maand. De respondenten maakten melding van nieuwe orders uit het buurland België en ook uit Azië en Rusland. De groei van het aantal export orders was echter beperkt, voor de vierde opeenvolgende maand minder groot dan de maand ervoor en de kleinste sinds september vorig jaar.
Levertijden index
De prestaties van leveranciers verslechterden in juni voor de tweeëntwintigste opeenvolgende maand. Ondanks het feit dat de seizoensmatig aangepaste Levertijden index het hoogste niveau bereikte sinds november 2009, was er toch sprake van een aanzienlijke verlenging van de levertijden. De gegevens wijzen erop dat leveranciers moeite hadden om van een aantal materialen voldoende in te kunnen kopen