De groeimogelijkheden voor de Nederlandse maakindustrie liggen niet alleen meer in Europa, maar zeker ook in de Next Eleven (N11) en BRIC-landen. Vooral de landen die vallen onder de N11 zullen de komende jaren aanmerkelijk gaan groeien.
De gemiddelde stijging van de afgelopen jaren ligt op 50 procent. Tot de N11 behoren Bangladesh, Egypte, Filipijnen, Indonesië, Iran, Mexico, Nigeria, Pakistan, Turkije, Vietnam en Zuid-Korea. Dit blijkt uit de recent verschenen Internationaliseringsmonitor 2014 van het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS.
Sterke groeiers
De sterkste groeiers van de Nederlandse handel met de N11 waren Bangladesh, Vietnam, Zuid-Korea en Turkije. Met respectievelijk een groei van 219, 55, 41, 25 procent zijn dit landen waarmee rekening moet worden gehouden. Vooral wat betreft de export van machines, vervoermaterieel en (half)fabricaten liggen er mogelijkheden. Dit in tegenstelling tot de krimp van de totale Nederlandse in- en uitvoerwaarden in het eerste kwartaal van dit jaar, steeg de handel met de opkomende markten. Hierbij valt op dat vooral de handel met China, na een aantal jaren van relatief weinig groei, weer fors aantrok. De eerder genoemde groeipercentages van de ‘nieuwe’ economieën spreken echter tot de verbeelding. Hierbij is de verwachting gerechtvaardigd dat enkele van deze landen op termijn zullen uitgroeien tot een economische grootmacht.