Grote tegenvallers voor BAM en VolkerWessels bij bouw zeesluis IJmuiden

Bouwbedrijven BAM en VolkerWessels hebben een enorme tegenvaller bij de bouw van een zeesluis in IJmuiden. De strop kost VolkerWessels 69 miljoen euro en BAM 55 miljoen euro. Een enorme strop voor beide bedrijven, want de extra kosten zijn waarschijnlijk niet op opdrachtgever Rijkswaterstaat te verhalen.

In 2015 gunde Rijkswaterstaat het contract om een nieuwe zeesluis te ontwerpen, bouwen, financieren en te onderhouden aan het consortium OpenIJ. De contractwaarde is ongeveer 600 miljoen euro. De bouwactiviteiten worden uitgevoerd door een 50/50 joint venture tussen BAM en VolkerWessels.


Het nieuwe ontwerp betreft versterkte caissons en zware tijdelijke constructies (een caisson is de constructie die de sluisdeuren vasthoudt, om torsie en scheuren tijdens onderdompeling te voorkomen). Het bleek dat het meerwerk en de extra materialen, uitrusting en personeel een geschat verlies opleveren van ongeveer 55 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2017, meldt BAM. Het verlies heeft voornamelijk betrekking op het opnieuw ontwerpen van de twee caissons.

Rob van Wingerden, ceo van BAM: ‘We zijn zeer teleurgesteld over deze aanzienlijke kostenoverschrijdingen. Samen met onze jointventurepartner werken we in nauw overleg met de klant om dit belangrijke project voor de regio Amsterdam te realiseren. Ondanks deze tegenslag blijven we ervan overtuigd dat we op de goede weg zijn om onze strategische ambities waar te maken.’

Gjalt Ramijer, woordvoerder van VolkerWessels: ‘Wij lijden een verlies van 69 miljoen euro, en dat geldt volgens mij ook voor BAM. Zij hebben eerder al 14 miljoen euro afgeschreven. Over de gevolgen kan ik nog niets zeggen, we gaan praten met onze opdrachtgever.’ Er valt nog niet te zeggen of de bouw vertraging gaat opleveren. Bij elkaar opgeteld is het voor beide bedrijven samen een verlies van 138 miljoen euro.