Naar aanleiding van vragen van Koninklijke Metaalunie naar de handhavingspraktijk in verschillende Europese landen, heeft de ILT besloten de handhaving op de CE-markering volgens EN1090-1 op te schorten.
Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft dit in een recent aan Metaalunie verstuurde brief gemeld.
CE-markering volgens EN1090-1 geldt bij fabrikanten die een gemonteerde constructieve staalconstructie leveren als onderdeel van een gebouw of bouwwerk en waarbij de fabricage in de fabriek en de montage op de bouwplaats beiden worden uitgevoerd door de fabrikant.
Onderzoek handhaving
Directe aanleiding is een klein onderzoek van Metaalunie naar de handhavingspraktijk in Duitsland, België en Frankrijk. ‘We hebben verschillen in handhaving geconstateerd en vervolgens het verantwoordelijke ministerie hierover vragen gesteld’, zegt Peter van der Mars, beleidssecretaris Metaalunie. ‘Na lang aandringen komt het antwoord kort gezegd hier op neer; ‘we weten niet wat de regels zijn dus kunnen we ze ook niet handhaven’. Metaalunie heeft in reactie hierop contact opgenomen met de Europese Commissie en het Europees Parlement. Dit is voor Metaalunie een onacceptabele situatie. Wij hebben een aantal verduidelijkende vragen gesteld aan de Inspectie. We kunnen echter niet langer wachten met de markt te informeren.’
ILT heeft Metaalunie laten weten dat men getracht heeft in Europa antwoorden te krijgen op de vragen die hierover zijn gesteld maar dat hieruit geen eensluidende antwoorden af te leiden zijn. Van der Mars: ‘Daarop heeft ILT besloten dat er op dit moment onvoldoende basis is om handhavend op te treden totdat er in Europa een helder standpunt wordt ingenomen.’
Blijf je voorbereiden
Volgens Van der Mars betekent dit niet dat de norm is teruggetrokken, maar dat ILT slechts heeft aangegeven voorlopig niet te zullen handhaven. ‘Dat de handhaving is opgeschort, betekent niet dat deze niet kan worden hervat. Metaalunie raadt bedrijven aan om zich te blijven voorbereiden op inspecties en controles op naleving van de CPR zoals ze gewend zijn. Voor ons is de brief aanleiding om additionele vragen te stellen aan het ministerie en de ILT. Vooral over hoe men een eventuele herstart van de handhaving gaat communiceren en organiseren, maar ook of bedrijven en wat bedrijven uit de grensregio hiervan gaan merken en bedrijven uit andere landen die hier willen leveren.’
Heldere afspraken
Van der Mars vindt het een kwalijke zaak dat door de opschorting in de verhouding tussen bedrijven en opdrachtgever nu enige mist is ontstaan over waar de te leveren constructie aan moet voldoen. ‘Het is raadzaam om hierover specifiek aandacht te vragen bij het vaststellen van de leveringsovereenkomst. Als zelfs de overheid niet weet aan welke regels wij ons moeten houden dan is het in de relatie met een klant ten zeerste aan te raden om daarover heldere afspraken te maken.’