Tranenplaat 5754 H114′. Valt het je wel eens op dat bij een aanduiding van aluminium een H met een getal achter het legeringsgetal staat? Dat zegt iets over de mechanische waarde (en hoe het geproduceerd is), in praktijk meestal ‘hardheid’ genoemd. Ik leg het in dit artikel uit.
Die mechanische waarden (lees: de hardheid) zijn belangrijk bij toepassingen waar sterkte noodzakelijk is, zoals in tankbouw of bij constructiedelen. Of bij dieptrekwerk, dan heb je een hoge rek nodig en wordt door het vervormen je materiaal harder.
Aluminium plaat kan verschillende hardheidstoestanden hebben. Je hebt uithardbare en niet-uithardbare legeringen, die laatste zijn herkenbaar aan de H achter de legeringsaanduiding. Achter die H staan twee of drie cijfers: Het eerste cijfer zegt iets over hoe het gewalst is: 1 is bijvoorbeeld alleen gewalst, 2 is gewalst en teruggegloeid.
Het tweede cijfer geeft aan of een materiaal zacht (0), kwarthard (2), halfhard (4) of hard (8) is. Een aluminium met H14 is dus gewalst en halfhard.
Het eventuele derde cijfer geeft aan dat het materiaal een nabewerking heeft gehad, tranenplaten krijgen bijvoorbeeld de toevoeging 4. Een tranenplaat is bijna altijd H114, heel soms H224.
Let wel op: die H zegt niets over de trekvastheid of mechanische waarde van het materiaal. Een voorbeeld is 1050 met H14-kwaliteit (halfhard), dat heeft een trekvastheid van 105-145 terwijl een kwarthard-legering 5754 in H22 de trekvastheid 220-270 heeft. Je verwacht bij kwarthard een lagere mechanische waarde, maar dat hoeft dus niet.
Lambert van de Schans,
projectmanager aluminium MCB