In de eerste helft van 2010 leefde de activiteit in Nederlandse fabrieken op. Met als groeimotoren de buitenlandse vraag en voorraadopbouw, zijn omzet en productie fors hoger uitgekomen dan een jaar geleden.
Terwijl veel laatcyclische industriebedrijven nog maar net de groei in het vizier hebben, krijgen steeds meer vroegcyclische producenten met een haperende vraag te maken. Zwakke binnenlandse bestedingen en een minder uitbundige export- en voorraadgroei zullen de productiegroei temperen. ING Economisch Bureau verwacht 6 procent productiegroei over heel 2010 en 2 procent in 2011.
Inhaalslag
Door de grotere vraag naar Nederlands fabricaat maken industriebedrijven dit jaar een inhaalslag. In de eerste helft van 2010 hebben zij gemiddeld 7 procent meer geproduceerd en zelfs 15 procent meer omzet gerealiseerd dan in dezelfde periode een jaar geleden. Door wereldwijde overheidsstimulering en groei in opkomende markten is de buitenlandse omzet bijna twee keer zo snel gegroeid als de binnenlandse omzet. Desondanks liggen de inkomsten nog altijd 13 procent lager dan voor de crisis.
Ruimte voor winst
Internationaal gezien ontwikkelt het kostenniveau van de Nederlandse goederen zich in positieve zin. Nu ook grondstofprijzen zich gematigder ontwikkelen, is er ruimte voor hogere winstmarges bij concurrerende afzetprijzen.
Klik hier voor het totale ING rapport