Het gaat steeds beter met de staalproducenten. Dit ondanks de onbalans in de staalmarkt doordat er wereldwijd 20 tot 25 procent te veel staal wordt geproduceerd. En niemand die de stap naar sanering neemt. Sterker nog, ThyssenKrupp gaat deze zomer zijn oude hoogoven 2 niet stopzetten maar zelfs renoveren en in die tijd een oude hoogoven weer opstarten. En het kan nog gekker, onder druk van groeicijfers worden er zelfs nieuwe capaciteiten gestart. Daardoor is er weinig speelruimte voor een (red.: door de staalhandel) gewenste prijsstijging.
Dit zijn enkele quotes uit Het Staaljournaal van mei 2014, een uitgave van NovioStaal uit Nijmegen. De markt voor gewalste staalproducten trekt nog maar langzaam aan. De bouwindustrie ziet wel een positieve ontwikkeling en ook bij de verkoop van automobielen is een verbetering vast te stellen. Voor de achtste maand op rij werden er meer auto’s op de markt gezet.
Auto’s
Ten opzichte van de voorgaande maand kon over april een stijging van 4,6 procent geregistreerde voertuigen gemeld worden. Over de eerste 4 maanden 2014 werden binnen de EU ruim 4,3 miljoen auto’s verkocht hetgeen een stijging is van 7,4 procent ten opzichte van de vergelijkbare periode 2013. Toch moeten deze mooie cijfers wel iets genuanceerd worden. In Frankrijk steeg de verkoop met 5,8 procent en in Spanje zelfs met bijna 29 procent, maar op de in Europees verband gezien erg grote Duitse markt werd over de maand april namelijk een daling van 3,6 procent genoteerd. Per saldo echter een stijging van de verkoop en dat zou moeten leiden tot een grotere vraag naar staal. Dat is inderdaad ook het geval, maar die verbeteringen in de bouw en bij de automobielen dragen nauwelijks bij aan een oplossing van het structurele probleem van de staalindustrie. Nog steeds kampen de fabrieken met een veel te grote productiecapaciteit van ruwstaal in verhouding met de werkelijke behoefte. Steeds meer staalproducenten kaarten deze kwestie regelmatig aan en inderdaad werden in Europa hier en daar wat productiefaciliteiten stilgelegd, maar die reductie is in zijn totaliteit nog veel te beperkt.
Staalproductie
Fabrieken als ArcelorMittal, het Duitse Salzgitter, VoestAlpine in Oostenrijk en Posco uit Korea noemen allemaal dit probleem bij de presentatie van hun jaar- of kwartaalcijfers. Volledig terecht, want nog steeds is die capaciteit tussen de 20 en 25 procent te groot en is iedereen ervan overtuigd, dat een toenemende behoefte aan staal in de komende jaren dat gat tussen vraag en aanbod niet zal gaan dichten. Integendeel zelfs: in 2013 is de productie ruwstaal wereldwijd nog met iets meer dan 3 procent gegroeid naar ruim 1,6 miljard ton. Die groei werd overigens voornamelijk veroorzaakt door China. Iedereen, zeker in Europa, is het er dus over eens dat productiecapaciteiten gereduceerd moeten worden, maar wie gaat als eerste het roer omgooien? ThyssenKrupp kennelijk niet, want die heeft onlangs besloten haar hoogoven 2, met een productiecapaciteit van 12.000 ton per dag de grootste in Europa, te gaan renoveren. Die operatie gaat zo’n 3 à 4 maanden duren en zou een mooie gelegenheid zijn om de balans van vraag en aanbod iets te corrigeren. Niet dus, want tegelijkertijd wordt als tijdelijke vervanger namelijk een stilgelegde hoogoven weer aangestoken.
Ook Posco neemt wel maatregelen om de financiering van het concern te verbeteren, maar plannen om de hoeveelheid geproduceerd staal te gaan beperken zijn vooralsnog niet te vinden. Iedereen wijst dus naar elkaar en wacht wie de eerste stap gaat zetten. Van China hoeft echter op dat front ook niets verwacht te worden. Weliswaar worden nu regelmatig verouderde fabrieken stilgelegd, maar de omvang van die fabrieken is zeer klein, dus heeft dat nauwelijks effect. Bovendien worden ook weer nieuwe capaciteiten opgestart.
Als de prognose van de World Steel Association juist is, namelijk dat de vraag naar staal per jaar met ongeveer 3 procent zal toenemen, dan lijkt de problematiek van het verschil tussen vraag en aanbod beheersbaar te gaan worden. Voorwaarde daarbij is echter, dat de wereldwijde jaarlijkse groei van de productiecapaciteit echt moeten stoppen. Wij zien dat nog niet snel gebeuren en waarom zouden de fabrieken ook? Zo langzamerhand namelijk laten de meeste staalfabrieken positievere en zelfs winstgevende cijfers zien, dus de motivatie tot beperking lijkt niet echt sterk. Maar een gevolg is wel, dat er daardoor weinig speelruimte voor een zo nodig gewenste prijsstijging over blijft.
NovioStaal geeft voor mei 2014 de volgende circa (fabrieks-)staalprijzen voor coils en kwartoplaat in euro per ton:
- Warmgewalste coils: 435-450
- Koudgewalste coils: 520-540
- Sendzimir verzinkte coils:530-560
- Kwartoplaten: 530-550