Hete zomer voor maakindustrie

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

De NEVI PMI daalde in juni van 60.3 naar 60.1. Hoewel dit het laagste niveau in negen maanden was, betekende dit nog steeds een forse verbetering van bedrijfsomstandigheden. Bovendien markeerde deze maand een onafgebroken periode van groei van vijf jaar: een record.

Dit blijkt uit de rapportage van de NEVI Purchasing Managers Index (PMI) van juni. De groei loopt weliswaar iets terug maar ligt nog steeds op een hoog niveau (een PMI waarde >50 geeft aan dat de bedrijvigheid in de industrie is toegenomen, een waarde <50 het tegenovergestelde). ‘Inkopers hadden het in juni druk en krijgen het steeds drukker. Oorzaken: leveranciers zitten vol met werk, vertragen de levering van componenten en halffabricaten. Gevolg is dat bedrijven hun eigen planning niet halen, en moeten aanpassen, hetgeen resulteert in extra kosten en meerwerk. Daarnaast zien inkopers de prijzen van veel grondstoffen fors stijgen. En deze ontwikkelingen zullen nog wel even aanhouden', verwacht prof dr. Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement.

industriële producten 

De vraag naar industriële producten (vooral investeringsgoederen) uit binnen- en buitenland blijft onverminderd sterk. Dat vertaalt zich al maanden lang en ook nu in juni weer in een sterke vraag naar technisch personeel (werkgelegenheidsindex scoorde 57,8). Maar ook in sterk oplopende hoeveelheden achterstallig werk en langere levertijden van leveranciers. Het wordt dus een hete zomer want er zijn nog maanden nodig om de opgelopen achterstanden in te lopen. Dat wordt mogelijk als de groei gaat afvlakken en de kans daarop is groot gezien de acties van de Amerikaanse president Trump en zijn regering. Deze schaden het internationale ondernemersvertrouwen en brengende opgebouwde handelsrelaties in gevaar, met alle onzekerheid van dien.

Op de korte termijn lijkt er nog weinig aan de hand. Maar op middellange termijn lijkt een verdere afvlakking van de groei van de industrie voor de hand te liggen. De productie werd wederom uitgebreid, deze keer in de grootste mate in vier maanden. Het aantal nieuwe orders steeg opnieuw en de toename van de export orders was de grootste in drie maanden. De groei van de werkgelegenheid bereikte het laagste niveau in tien maanden, maar bleef relatief groot. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk steeg voor de elfde maand op rij en de verlenging van de levertijden was de op twee na grootste ooit. De inkoopprijsinflatie bereikte het hoogste niveau in vijf maanden. De stijging van de verkoopprijzen was echter het geringst in acht maanden, wat wijst op meer druk op de winstmarges.

De verwachtingen van de producenten bleven uitermate positief, al was dit optimisme het kleinst in twintig maanden. De productieomvang in de Nederlandse industrie steeg in juni in de grootste mate in vier maanden, een verdere stijging van de seizoensmatig aangepaste productie-index nadat in april het laagste punt in negen maanden bereikt werd. De bedrijven schreven deze grotere productieomvang vooral toe aan het grotere aantal ontvangen nieuwe orders. De huidige recordperiode van groei komt hiermee op tweeënzestig maanden. De grootste stijging werd genoteerd door de producenten van investeringsgoederen.

Toename aantal orders

Het aantal nieuwe orders dat door de Nederlandse productiebedrijven ontvangen werd, nam in juni voor de achtentwintigste maand op rij toe. De toename van het aantal orders was aanzienlijk in de subsectoren voor investeringsgoederen en halffabricaten, terwijl de stijging bij de producenten van consumptiegoederen minder fors was. Het aantal ontvangen nieuwe export orders in de Nederlandse productiesector steeg in juni voor de vierentwintigste achtereenvolgende maand. Deze stijging was de grootste in drie maanden.