Hibin en VVNH: hout- en bouwmaterialengroothandel raakt bodem

Houthandelaren voorzien voor dit jaar zelfs een kleine omzetgroei van 0,4 procent. Koninklijke VVNH meldde dat afgelopen maandag op basis van een halfjaarlijkse meting bij de eigen achterban. Vorig jaar werden nog een omzetdalingen van 9,7 procent (hout) en 7,7 procent (bouwmaterialen) geïncasseerd. Volgens de brancheorganisaties is de bodem nu bereikt. Zij rekenen op geleidelijk herstel in de komende jaren. De hout- en bouwmaterialengroothandel in Nederland telt ruim 220 bedrijven, met in totaal zo’n vijfhonderd vestigingen en een gezamenlijke jaaromzet van circa 6 miljard euro.

Conjunctuurmeting

Verder blijkt uit de halfjaarlijkse, door USP Marketing Consultancy uitgevoerde, conjunctuurmeting van Koninklijke Hibin dat herstel zeer geleidelijk zal komen. Een enkeling verwacht herstel in 2015. Voor de jaren daaropvolgend is er iets meer optimisme, maar 44 procent verwacht herstel pas na 2017 en 19 procent verwacht dat de branche het niveau van voor de crisis nooit meer zal halen. De werkgelegenheid zal in 2014 verder dalen. Ook hier geldt dat de daling afvlakt. Werkgevers houden rekening met 4 procent verlies aan werkgelegenheid. In 2013 lag dat percentage op twaalf, 2 procent minder dan in de vorige conjunctuurmeting (najaar 2013) nog werd verwacht.

Eén faillissement

Gedurende de gehele crisis legt de bouwmaterialengroothandel al een grote mate van flexibiliteit aan de dag. Bedrijven blijken zich goed aan de veranderende omstandigheden te kunnen aanpassen. In 2013 moest binnen het ledenbestand van Koninklijke Hibin slechts één faillissement worden genoteerd. Ook voor 2014 zijn de Hibin-leden relatief optimistisch over hun voortbestaan. Bedrijfsbeëindiging is voor 62 procent zeker niet aan de orde. Bij voortduring van de crisis in de bouw ziet 6 procent bedrijfsbeëindiging als een reële kans. Overigens is 48 procent van de respondenten van mening dat de markt gezonder zal worden als gevolg van het wegvallen van concurrenten.

Prijzen onder druk

De oorzaken voor de omzetdaling zijn niet wezenlijk veranderd ten opzichte van eerdere metingen. Vier van de vijf leden noemen minder opdrachten. Verder zijn opdrachten gemiddeld beperkter van omvang, staan prijzen onder druk en heeft driekwart te maken met faillissementen bij klanten. Het oplopen van de betaaltermijnen lijkt te stagneren. Eind 2013 werd voor 2014 nog een gemiddelde betaaltermijn van 52 dagen verwacht, nu spreken de Hibin-leden over 46 dagen.