De Verenigde Staten en de Europese Unie hebben de laatste jaren in meerdere ronden importtarieven ingesteld op delen van elkaars export, meest recent nog eind 2019. De extra importtarieven van de EU van 2018 op diverse Amerikaanse producten kwamen volledig voor rekening van Nederlandse importeurs. De Amerikaanse exporteurs lieten hun verkoopprijzen niet zakken en de invoer van deze goederen daalde sterk.
Dit meldt het CBS op basis van nieuw onderzoek in de Internationaliseringsmonitor over handelsbeleid.
Hoewel de EU en de VS onderling veel goederen verhandelen, leidde spanning in de handelsrelatie, bijvoorbeeld over subsidies aan vliegtuigbouwers, tot extra invoerheffingen op specifieke producten. De gevolgen van heffingen zijn onderzocht aan de hand van de extra tarieven van 25 procentpunt die de EU in juni 2018 oplegde op 182 Amerikaanse producten, waaronder whiskey, vruchtensappen en producten van staal en aluminium.
Direct na het ingaan van deze tariefmaatregelen steeg de invoerheffing die Nederlandse importeurs voor deze producten betaalden. De importeurs betaalden in principe 25 procentpunt meer, terwijl het bedrag dat de exporteurs kregen gelijk bleef. In de periode juli 2018 tot en met december 2019 hebben Nederlandse bedrijven 44,5 miljoen euro aan extra invoerheffingen over deze producten betaald.
Exporteurs verlaagden prijzen niet
Als de importeurs in Nederland het hogere importtarief doorberekenen, dan worden ingevoerde goederen duurder voor de consument en binnenlands of niet-Amerikaanse geproduceerde goederen relatief aantrekkelijker. De Amerikaanse exporteurs zouden hierop kunnen reageren door zijn verkoopprijzen te laten zakken, maar dit deden ze niet. Nadat de invoerheffingen van kracht werden, daalde de Nederlandse invoer van deze producten uit de VS met 34 procent tussen 2017 en 2019. Overigens kondigde de EU de heffingen drie maanden van tevoren aan, wat Nederlandse bedrijven de kans gaf om tegen de oude prijs voorraden aan te leggen. Gezien de toename in importwaarde en importhoeveelheid tussen maart en juni 2018 en de daling nadien, lijken Nederlandse importeurs inderdaad deels voorgesorteerd te hebben op de hogere tarieven.
Dat de importeurs en mogelijk consumenten de (extra) invoerheffingen betalen is niet een specifiek Europees of Nederlands verschijnsel. Uit het onderzoek blijkt namelijk ook dat bij Amerikaanse extra invoerheffingen op Europees staal en aluminium, Nederlandse exporteurs eveneens hun prijzen niet lieten zakken. Amerikaanse bedrijven en consumenten hebben deze extra invoerheffingen betaald.
Im- of export heffingen zijn voor mij een alicadabra. Als handelaar koop je bij de goedkoopst leverende. Ik kan mij voorstellen dat een importland zijn eigen industrie enigszins wil beschermen, maar dat kan niet bij een vergelijk van knollen en citroenen. Want dan ga je je eigen inwoners benadelen, dan wordt het politiek en wordt het vies.