‘Industriële export reikt verder dan gedacht’

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Een steeds groter deel van de industriële export wordt buiten Europa afgezet, maar nog altijd beslaat dit aandeel ‘slechts’ 20 procent (38,5 miljard euro). Dit bedrag is echter groter wanneer ook rekening wordt gehouden met de Nederlandse toeleveranciers aan Europese fabrikanten, die hun producten vervolgens buiten Europa afzetten.

Via deze (indirecte) weg belandt nog eens bijna 11 miljard euro aan Nederlandse producten buiten Europa. En zo bereikt de industrie bijvoorbeeld China meer dan werd gedacht, zo maakt het ING Economisch Bureau bekend.

De verkopen die de Nederlandse productiesectoren (landbouw, delfstoffenwinning, industrie) in het buitenland realiseren, blijven al jaren net onder de helft van de totale omzet hangen. In economisch goede jaren, zoals 2008, ligt het aandeel buitenland op 49 procent. De recessie heeft dit aandeel gedrukt tot 47 procent in 2010, ofwel bijna 192 miljard euro export aan Nederlandse producten.

Hollands product

Van de 192 miljard euro aan uitvoer ‘Hollands product’ wordt 80 procent binnen Europa verkocht. Een deel hiervan wordt echter gebruikt voor verdere bewerking en wordt alsnog verkocht in landen buiten Europa. Denk hierbij aan agrarische producten voor Europese voedingsmiddelenfabrikanten die hun waar vervolgens exporteren naar opkomende landen in Azië of de toelevering van onderdelen voor Duitse auto’s die hun eindbestemming vinden bij de groeiende Chinese middenklasse.

Via deze weg belandt bijvoorbeeld nog 1,2 miljard euro aan Nederlandse producten in China, de zogeheten indirecte export. Dit komt bovenop de directe export van Nederlandse producten naar China van 3,3 miljard euro.

Chemie

De Nederlandse chemiesector is de grootste exporteur naar de BRIC-landen met een exportwaarde van 2,5 miljard euro direct en nog eens een geschatte 0,5 miljard euro indirect. De olie- en gasindustrie kent met 0,7 miljard een groot indirect aandeel.

Een deel van de verklaring kan liggen in de toelevering aan buitenlandse chemiebedrijven die op hun beurt producten in de BRIC-landen afzetten. De vraag is hoe hard de indirecte export naar opkomende economieën nog zal groeien. Door de steeds grotere consumentenmarkt in deze landen openen fabrikanten steeds vaker ter plekke productiefaciliteiten om van daaruit de regio te bedienen.