Na een flink herstel in 2013 hapert de motor van de industrie. Dit blijkt uit het Kwartaalbericht Industrie van ING Economisch Bureau. De binnenlandse economie herstelt zich maar mondjesmaat, terwijl ook in belangrijk afzetland Duitsland de industrie een tandje terugschakelt.
Geopolitieke onzekerheden en afzwakkende groei in opkomende markten zetten extra druk op investeringen en daarmee de afzet van de Nederlandse industrie. De productie van de Nederlandse industrie daalde hierdoor in het 2e kwartaal ten opzichte van het 1e kwartaal. Voor de rest van het jaar wordt gerekend op een beperkte toename, waarmee een productiegroei in 2014 van 1,2% wordt gerealiseerd. Voor 2015 wordt een kleine groei van 1% verwacht.
Productie piekte begin dit jaar
Met name in de periode december 2013-februari 2014 lag de industriële productie op een behoorlijk hoog niveau. Er was sprake van groeiende binnenlandse investeringen en stijgende wereldhandel waar de industrie van profiteerde. De economische situatie blijft echter broos, met een hoge werkloosheid en internationale onzekerheid. Dit treft de industrie waardoor verdere groei dit jaar beperkt is.
Krimp wordt dit jaar verwacht in de voedings- en genotmiddelenindustrie, met een duidelijk negatieve impact door de sluiting van de Philip Morris-fabriek. De impact van de Russische boycot op de voedingsindustrie is vooralsnog beperkt. Effect is voelbaar in de kaasindustrie, waar Rusland een aandeel van 6% in de export vertegenwoordigt. De kaas zal tegen minder goede prijzen elders afgezet worden en de productie zal iets omlaag gaan c.q. verschuiven naar andere melkproducten.
Machinepark groeit sterkst in machinebouw
De huidige bezettingsgraad van de industrie (79,7) komt niet in de buurt van het lange termijngemiddelde (82,5). Relevant hierbij is echter de ontwikkeling van het machinepark. Een gelijke bezettingsgraad bij een groter machinepark wijst immers op een (structureel) stijgende productie binnen Nederland.
Voor de sector als geheel blijft het machinepark redelijk stabiel, maar binnen de diverse sectoren is het verschil in machine-investeringen (en afschrijvingen) duidelijk zichtbaar. De machinebouw heeft haar eigen capaciteit flink uitgebreid. Dit reflecteert de sterke groeiprestatie de afgelopen jaren en de branche sorteert voor op verdere groei.
Evolutie naar ‘smart industry’
Voor de industrie winnen zaken als informatie (data), efficiency en R&D aan belang. Internationale concurrentie en nieuwe technologische mogelijkheden dwingen de industrie tot vernieuwing. Onder de noemer ‘smart industry’ wordt in Nederland ingezet op een integraal samenwerkende industrie die meer gebruik maakt van de nieuwste (ICT-)technologieën.
Hiermee kan de productie bij meerdere schakels in de keten efficiënter, flexibeler en met een hogere kwaliteit. Feitelijk is dit een gradueel proces, waarbij in de loop der jaren ook de investeringsfocus verschuift. Zo winnen investeringen in R&D en computerprogrammatuur al enige jaren aan belang ten koste van machines en gebouwen.