Amsterdam
22 mei. 2014
1 minuut
Met een groei van 2,5 procent in 2014, hoofdzakelijk gedreven door een herstellende Europese economie, bereikt de industrie weer het productieniveau van vóór de crisis (topjaar 2007).
Vooral het vierde kwartaal van 2013 vormde een inhaalslag voor de industrie, de productie groeit daarna slechts beperkt. De voedingsindustrie stabiliseert dit jaar na een sterke groei in 2013, terwijl de chemie en maakindustrie juist groeien na een zwak afgelopen jaar. Qua winstgevendheid is er wel een verschil, die ontwikkelt zich in de maakindustrie aanmerkelijk positiever dan in de chemie. De industrie ontwikkelt zich doorgaans redelijk volatiel. Omdat de groei de laatste jaren bijna alleen vanuit export wordt gerealiseerd, zit er snel weer een krimpjaar tussen. De moeizame binnenlandse markt, en in sommige gevallen structurele factoren, zorgen er dan ook voor dat veel branches nog niet op het productieniveau van vóór de crisis zitten.
Ruimte voor investeringen
In de tweede helft van 2013 is de binnenlandse vraag (met name de investeringen) wel wat verbeterd, waardoor inmiddels ook de binnenlandse afzet van de industrie toeneemt. Verder binnenlands herstel is echter nodig om de industrie weer te laten groeien in het tempo van voor de crisis (>3 procent groei). Voorlopig lijkt dit echter nog ver weg, gezien de hoge werkloosheid en schuldreductie waar overheden en huishoudens nog altijd mee bezig zijn. Wel is er enig zicht op verbetering van de marge. Veel producten die de industrie inkoopt zijn de afgelopen maanden in prijs gedaald, waaronder olie, chemieproducten en metaal. Sectormanager Industrie Bert Woltheus: ‘De meeste industriële bedrijven hebben de afgelopen jaren hun productieprocessen aangepast en verbeteringen doorgevoerd. Een volumegroei in 2014 geeft zicht op positieve rendementen en ruimte voor investeringen.’