Alleen de zorg en de agrarische sector groeien in 2013. Beide sectoren zijn nauwelijks afhankelijk van de economische conjunctuur. De groothandel, industrie en de transportsector wisselen de krimp van 2012 in voor nulgroei in 2013. De zeer beperkte exportgroei kan de negatieve effecten van de dalende binnenlandse bestedingen voor deze sectoren maar beperkt compenseren.
Ook de detailhandel en de horeca gaan gebukt onder de afnemende koopkracht. Dit stelt het ING Economisch Bureau in het vandaag (31 januari) verschenen kwartaalbericht sectoren.
Groei in zorg en agrarische sector
De enige twee sectoren die in 2013 naar verwachting groeien, zijn de agrarische sector en de zorg. Beide sectoren zijn nauwelijks afhankelijk van de conjunctuur. Akkerbouwers profiteren vooral van prijsstijgingen. Om de toelevering van bijvoorbeeld aardappels zeker te stellen sluiten fritesfabrieken lange termijncontracten waarbij zij recordprijzen betalen. De export van bloemen en planten kan dit jaar ook verder stijgen met 2 procent tot circa 5,5 miljard euro. Rusland en Turkije zijn daarbij de belangrijkste groeimarkten. Daarentegen zal de export naar Zuid-Europa door de precaire economisch situatie aldaar nog krimpen. De sterke volumegroei in de zorg zet in 2013 en 2014 door. Om de kosten te drukken heeft het ministerie van VWS met zowel zorgverzekeraars als ziekenhuizen en de GGZ-sector afspraken gemaakt om de volumegroei tot 2,5 procent te maximeren. De langdurige zorg groeit in 2013 ook minder hard. In 2013 wordt een begin gemaakt met het bieden van (goedkopere) zorg thuis in plaats van in een (duurdere) instelling voor patiënten met lichtere zorgindicaties.
Stabilisatie in export
Naar verwachting laten de voor een groot deel van het buitenland afhankelijke sectoren, groothandel, industrie en transport in 2013 een nulgroei zien. Door de beperkte groeiverwachtingen in Duitsland en België en de aanhoudende krimp in verschillende Zuid-Europese landen blijft de export dit jaar nog wel groeien, zij het op een lager niveau. Exporteurs moeten kansen dan ook vooral buiten de Eurozone zoeken. De chemische industrie sprong er in 2012 in positieve zin bovenuit met een volumegroei van 5 procent. In 2013 gaat ING wel uit van een lichte krimp van 1 procent maar het productieniveau blijft daarmee op een hoog niveau. Het ondernemersklimaat in de transportsector bereikte eind 2012 een dieptepunt. Vooral de vooruitzichten van het volume in het wegvervoer zijn ongunstig omdat hier de dalende consumentenuitgaven en de krimp in de bouwsector hard doortikken en het internationale marktaandeel daalt. Zeehavens zagen in 2012 de overslag wel licht groeien. Zo vestigde Rotterdam, door voornamelijk de olieoverslag, opnieuw een record en verwacht men ook voor 2013 een kleine plus.
Lichte daling in zakelijke dienstverlening
De zakelijke dienstverlening laat in 2013 naar verwachting een lichte krimp van 0,5 procent zien, gelijk aan die van het BBP. Met name kennisintensieve dienstverleners zoals accountantskantoren kampen al langere tijd met teruglopende omzetten. Accountantskantoren zijn gevoelig voor de mindere economische omstandigheden en het is door digitalisering en standaardisering voor veel klanten ook steeds eenvoudiger hun administratie zelf te regelen. Ook ingenieursbureaus zien de omzet door afnemende investeringen in grond-, weg- en waterwerken verder dalen. Uitzenders kunnen in de tweede helft van 2013 licht herstel verwachten als de vraag naar flexibel personeel in de industrie aantrekt.
Klappen in bouw en detailhandel
Voor de bouw en de detailhandel wordt ook 2013 weer een lastig jaar. De consument houdt door de dalende koopkracht zijn bestedingen duidelijk in de gaten. Voor het eerst sinds 2004 dalen de uitgaven per supermarktbezoek. Op jacht naar koopjes bezoeken consumenten echter vaker de supermarkt waardoor het aantal keer dat de kassa rinkelt wel stijgt en de totale omzet toch nog een klein plusje laat zien. In de horeca besparen consumenten door onder andere een rondje minder te geven of geen nagerecht te bestellen. Zo daalden in restaurants en cafés de bestedingen per bezoeker terwijl de gemiddelde uitgave in snackbars en fastfoodrestaurants wel gelijk bleef.
ING.2013. |