De NEVI PMI steeg van 58,0 in juli, het laagste niveau in veertien maanden, naar 59,1 in augustus. Dit was de eerste stijging sinds de PMI in februari het recordniveau van 63,4 bereikte.
De stijging van de PMI was het gevolg van grotere toenames van zowel de productie als de nieuwe orders. De werkgelegenheid nam wederom fors toe, zij het voor de zesde maand op rij minder dan de maand ervoor. De levertijden namen behoorlijk toe, al was deze verlenging wel de kleinste in bijna een jaar. De uitbreiding van de inkoopactiviteiten was de grootste in zes maanden.
De inkoopprijsinflatie was de laagste in drie maanden, maar bleef ruim boven het gemiddelde van dit onderzoek. De verkoopprijzen stegen opnieuw aanzienlijk. De verwachtingen voor de toekomstige productie bleven uitermate positief, maar waren tegelijkertijd het minst laagst sinds september 2016.
Escapades Trump
‘De reële economie weet ondanks de escapades van Trump en onduidelijkheden over de Brexit van geen wijken’, aldus prof dr. Arjan van Weele, Nevi hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven in zijn redactioneel commentaar op de laaste Nevi PMI. ‘De Nederlandse industrie produceert nu op topcapaciteit. Het blijkt zeer lastig grondstoffen, halffabrikaten en (elektronische) componenten op tijd aangeleverd te krijgen. Productie achterstanden lopen op. De lijst van materialen in de Nevi PMI waaraan een tekort is wordt steeds langer. Een voorbeeld? Recent was Neways in het nieuws vanwege enorme schaarste aan elektronische componenten voor de Printed Circuit Boards die het bedrijf produceert. Door deze schaarste heeft het bedrijf naar eigen zeggen miljoenen aan omzet gemist.’
Vaklieden
Volgens Van Weele blijkt het even lastig om ervaren vaklieden te krijgen. ‘Het aantal banen en vacatures in de industrie nam wederom toe. Dit alles resulteert in hogere inkoop- en verkoopprijzen en stijgende arbeidskosten. De industrie moet uitkijken voor oververhitting. Is de situatie in ons land uniek? Ja en neen. Ook in de VS (PMI 55,3) en de Eurozone (55,3) is sprake van nog steeds toenemende bedrijfsactiviteiten in de industrie. Daarentegen scoorde de PMI in China slechts 50,8. Ook elders is sprake van sterk groeiende industriële productievolumes. Maar Nederland groeit harder dan de rest. En lijkt daarmee de grootste schaarste aan materialen en arbeid te kennen. Niettemin wordt 2018 voor de industrie een heel goed jaar’, besluit Van Weele.
Productie
De productieomvang in de Nederlandse industrie nam in augustus in grotere mate toe, nadat in juli het laagste niveau in tweeëntwintig maanden werd bereikt. De bedrijven maakten melding van een toename van de vraag en inspanningen om de voorraden aan te vullen. De toename was aanzienlijk, maar wel de op een na kleinste in vijftien maanden. De huidige periode van groei komt hiermee op vierenzestig maanden. De grootste toename werd genoteerd in de subsector halffabricaten.
Nieuwe orders
Het aantal nieuwe orders dat door de Nederlandse producenten werd ontvangen, steeg in augustus voor de dertigste achtereenvolgende maand. Sommige bedrijven schreven dit toe aan nieuwe producten. De stijging was groter dan in juli toen het laagste punt in eenentwintig maanden werd bereikt en lag boven de tendens voor diezelfde periode. Er was in alle drie onderzochte sectoren sprake van een groter aantal ontvangen nieuwe orders. De producenten van halffabricaten noteerden de grootste stijging.
Productie niet gereed
De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk bij de Nederlandse productiebedrijven nam in augustus voor de dertiende maand op rij toe. Dit is de langste opeenvolgende periode van groei in meer dan elf jaar. Deze stijging was historisch gezien aanzienlijk en iets groter dan in juli. De grotere achterstanden werden deels toegeschreven aan de late leveringen van grondstoffen. De achterstanden bij de producenten van halffabricaten stegen fors, terwijl er in de subsector consumptiegoederen een lichte daling werd genoteerd.