Om de waterstofmarkt op te schalen, subsidieert het kabinet elektrolyse en wil het de industrie met subsidies en een verplichting stimuleren om vanaf 2026 steeds meer hernieuwbare waterstof te gebruiken. In het Klimaatfonds is hiervoor 9 miljard euro gereserveerd.
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat Nederland in 2030 ten minste 4 Gigawatt aan elektrolysecapaciteit heeft. Daarbij streeft Nederland naar een elektrolysecapaciteit van 8 Gigawatt in 2032. Die haalbaarheid zal afhangen van de uitrol van windenergie op zee, de uitbreiding van energie-infrastructuur en de vraag naar elektriciteit van gebruikers zoals de industrie.
Het kabinet richt zich als eerste stap op het vergroten van het aanbod van hernieuwbare waterstof met verschillende subsidies. Bovenop de subsidies die al bestaan voor elektrolyse, stelt het kabinet in 2024 nog 1 miljard euro beschikbaar. Voor de jaren daarna reserveert het kabinet 3,9 miljard voor opschaling van hernieuwbare waterstof. Het Programma Energiehoofdstructuur moet ervoor zorgen dat er plekken in Nederland worden aangewezen voor elektrolysers.
Door het verlenen van 300 miljoen euro subsidie onder het H2Global-intiatief, krijgt de import van waterstof richting Noordwest-Europa een boost. Ook werkt het kabinet aan infrastructuur voor transport en opslag van waterstof.
Industrie
Het gebruik van waterstof in de industrie en in het vervoer wordt gestimuleerd met subsidies en verplichtingen. Vooruitlopend op een akkoord binnen de Europese Unie over bindende waterstofdoelen, wil het kabinet dat de industrie steeds meer hernieuwbare waterstof gaat gebruiken. Verder wil het kabinet de investeringen die noodzakelijk zijn voor het gebruik van hernieuwbare waterstof aantrekkelijker maken. Daarom verkent het ministerie de invoering van subsidies voor waterstofgebruikers die de kosten voor ombouw van installaties of het gebruik van hernieuwbare waterstof moeten dekken.