Kleinmetaal draait weer als stille motor van de economie

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Zo goed als voor de crisis van 2008 gaat het nog niet, maar met 14 duizend bedrijven (was 15 duizend), volle orderportefeuilles, stijgende winsten en lagere werkloosheidscijfers beleeft de kleinmetaal een renaissance. Innovatie en tempo blijven nodig.

Dat meldt de Volkskrant op haar website. Noem ze de stille kracht van de economie. De 14 duizend bedrijven in de kleinmetaal die alweer anderhalf jaar goed draaien en nu zelfs als sector een groeispurt beleven. De orderportefeuilles zijn voller dan ze in jaren geweest zijn, de bedrijfswinsten stijgen, en ook het aantal vacatures neemt toe. Sommige bedrijven komen zelfs weer in de buurt van de booming business uit de jaren voordat de economische crisis uitbrak. En met de aantrekkende export en opleving van de transport, de bouw en aanverwante sectoren is de verwachting dat de groei verder doorzet, meldt de sector.

Hogere omzet

Bijna 70 procent van de ondernemers in de kleinmetaal, waarvan het overgrote deel hooguit honderd medewerkers heeft, verwacht dit jaar opnieuw een hogere omzet te halen, bijna de helft van de exporterende bedrijven beoordeelt de orderportefeuille als gunstig, zegt Bert Jaarsma, directeur organisatie van ondernemersorganisatie Koninklijke Metaalunie. Een op de zes bedrijven lukt het zelfs weer hogere prijzen te vragen. Zijn er door de crisis 10 duizend banen verdwenen, duizend nieuwe techneuten zijn alweer aan de slag.

Vacatures

Machines worden hier en daar zelfs langer in gebruik gehouden door voorzichtig – nog niet op alle dagen van de week – een tweeploegendienst in te voeren. Hadden de afgelopen kwartalen 20 tot 30 procent van de bedrijven gemiddeld één tot twee vacatures open staan, nu zeggen vier van de tien bedrijven gemiddeld 2,1 vacatures te hebben. De eerste schaarste dient zich aan. In de machinebouw, maar vooral bij de service- en onderhoudsbedrijven verwachten de bedrijven op korte termijn tekorten aan vakbekwaam personeel.

Nederlandse traditionele maakindustrie

En dus wordt er volop gedraaid, gefreest, geknipt, gesneden en gelast in de kleine en middelgrote machinefabrieken die gelden als voorbeelden van de klassieke Nederlandse maakindustrie. Daar worden lang niet altijd kant-en-klare producten afgeleverd, maar veel kwalitatief hoogwaardige onderdelen waarmee het mkb in de metaal zich weet te onderscheiden. Zo is de Nederlandse klein-metaal als geheel een van de grootste toeleveranciers voor de Duitse auto-industrie. Met afwijkingen die soms niet meer dan een duizendste van een millimeter mogen zijn, worden onderdelen gemaakt voor chipfabrikanten, de verpakkingsindustrie, bouw, landbouw en gezondheidszorg. Variërend van het grovere werk als vangrails langs snelwegen tot een onderdeel van een schokbreker in een auto of een veertje voor in een hartklep. Of van de winkelwagentjes tot onderdelen van verpakkingsmachines die de appels in setjes van vier stuks afleveren voor supermarkten.

Minder faillissementen

In 2008 waren er nog 15 duizend bedrijven in de kleinmetaal, nu zijn dat er 14 duizend. Maar het aantal faillissementen is inmiddels drastisch teruggelopen. De omzet ligt met 22 miljard euro nog maar 4 procent onder het niveau van het topjaar 2007. Positief is ook dat het aantal nieuwe werklozen vanuit de metaal daalt en met 5 procent onder het landelijk gemiddelde van 6 procent ligt.

De crisis, inclusief de dubbele dip in 2012, heeft de sector wel veranderd, constateert Fried Kaanen, voorzitter van de Metaalunie. ‘Steeds meer risico’s verschuiven naar de toeleveranciers. Klanten willen geen voorraden meer. Dat betekent dat onze ondernemingen sneller moeten leveren en vaak in kleinere hoeveelheden. En stuit een klant tijdens het productieproces op problemen, dan wordt steeds vaker verwacht dat de toeleverancier met een oplossing komt. Wie daarop kan inspelen, doet volop mee.’

Slimmer werken

Om bij te blijven, moet de sector steeds slimmer gaan werken. Was ooit een lbo-opleiding voldoende, nu is vaak mbo-plus of hbo nodig om mee te kunnen met de verdergaande robotisering. Zeker bij massaproductie is dat de enige manier om de concurrentie met lagelonenlanden aan te kunnen. Juist als het om slimmer werken gaat, dient de eerste donderwolk zich aan in de vorm van Tata Steel, het voormalige Hoogovens, dat een fusie met de Duitse staalgigant ThyssenKrup aftast. Tata is de basis van het kwetsbare ecosysteem dat de metaalsector is, betoogt Kaanen. ‘Tata is belangrijk voor de broodnodige materiaalkennis in de sector. Een bedrijf als ASML zit in Nederland, omdat ze hier veel bedrijven om zich heen hebben die met ze meedenken. We hebben elkaar nodig. Haal daar een belangrijke schakel tussenuit en het systeem stort in.’

Grote bedrijven weer naar eigen niveau

Voorlopig leeft de kleinmetaal op vanwege nog een positieve trend. De grote metaalbedrijven halen weer hun neus op voor het kleinere werk. Want bij gebrek aan opdrachten hadden de grote jongens een tijdje interesse in kleine klussen. ‘Vergelijk het met de bouw, waar grote aannemers ook verbouwinkjes gingen doen om hun personeel maar aan het werk te kunnen houden’, zegt Jaarsma. ‘De grote bedrijven trekken zich weer terug op hun eigen niveau. Ook dat is een teken van normalisering. En dat is goed nieuws.’