Koplopers in de verspaning lopen verder uit op de rest van de markt. Terwijl zij hun omzetgroei constant wisten te houden in 2016, zag de sector als geheel het winstpercentage afnemen. Dat blijkt uit de tweede editie van de Benchmark Verspanen, die vorige week werd gepresenteerd bij Jatec in Leerdam.
Het onderzoek voor de benchmark, een initiatief van Koninklijke Metaalunie, Jaarbeurs en Made-In-Europe, is in januari gehouden onder 120 verspanende bedrijven. Koplopers (bedrijven die zowel qua omzet als winst sneller groeien dan het marktgemiddelde) zagen hun winstpercentage over 2016 uitkomen op 11,4 procent, gelijk aan 2015. De totale sector zag het winstpercentage afnemen van 6,6 naar 6 procent.
Belangrijkste afzetmarkten
Belangrijkste afzetmarkten voor deze verspaners zijn (algemene) machinebouw, agro/food en automotive/transport. ‘Ongeveer de helft van de deelnemers is toeleverancier met cnc-verspanen als hoofdbewerking’, vertelt Rob van de Werff namens Metaalunie. ‘De rest bestaat uit toeleveranciers met meerdere bewerkingen of maakbedrijven met een eigen product waarvoor verspaand wordt.’
RVS, staal en aluminium
Op de vraag welke twee materialen het meest worden bewerkt, gaven de respondenten aan vooral rvs-legeringen (60 procent), staal (57 procent) en aluminium (49 procent) te verspanen. Zo ontstaat een gemiddeld profiel van een middelgrote verspaner in rvs en staal, met ongeveer 10 tot 25 cnc-machines, 20 tot 50 medewerkers en een winstpercentage van 6 procent.
Expertpanel
De resultaten van de benchmark werden gepresenteerd bij Jatec en besproken door een expertpanel dat bestond uit Michiel Jansen (regiomanager OOM), Dirk Dona (Bakker Fijnmetaal), Ton van den Broek (Kusters Goumans/TB Precision Parts) en Jan Kusters (Kusters Precision Parts). Zij waren verbaasd over het relatief geringe aantal spindeluren per machine. 39 procent van de verspaners maakt 20 tot 40 spindeluren per machine per week. Van der Werff: ‘Dat zijn kantooruren. Uiteraard moeten we hier kijken naar het onderscheid tussen enkelstuks productie, grote serieproductie en prototypebouw, maar dat hier winst valst te behalen blijkt duidelijk.’
Scholing
De verspaners is ook gevraagd naar hun twee grootste uitdagingen. Met afstand op nummer één: doorlooptijdverkorting. Gevolgd door verdere digitalisering en geschoolde medewerkers. Volgens Dirk Dona van Bakker Fijnmetaal is doorlooptijdverkorting een logisch gevolg van alle andere uitdagingen: ‘Als je verder digitaliseert en goede mensen hebt, dan kan je ook die doorlooptijdverkorting realiseren.’
Een andere alarmbel is de geringe aandacht voor scholing. 56 procent van de bedrijven geeft aan minder dan één dag per jaar per medewerker te spenderen aan scholing of training. Scholing blijft voor verspaners een punt van zorg, maar de cijfers laten zien dat er niet of nauwelijks in wordt geïnvesteerd. ‘Dat is geen goed teken’, ziet Michiel Jansen van OOM. ‘Los van de instroom van jonge mensen, is het belangrijk dat ondernemers ook vooral meer uit zittende medewerkers halen.’
De hele benchmark is te downloaden via www.made-in-europe.nu/benchmarkverspanen2017