Den Haag
30 aug. 2013
1 minuut
Het conjunctuurbeeld is eind augustus een fractie minder slecht dan eind juli. Er waren net iets meer verbeteringen dan verslechteringen in de conjunctuurklok. Desondanks ligt het zwaartepunt van de indicatoren nog steeds in de fase van laagconjunctuur, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS.
Op een na presteren alle indicatoren in de Conjunctuurklok onder hun langjarig gemiddelde.
Krimp kleiner
De industrie produceerde in juni 1,0 procent minder dan een jaar eerder. De krimp was kleiner dan in mei. Verder zijn in juli 779 bedrijven en instellingen (exclusief eenmanszaken) failliet verklaard. In de eerste zeven maanden van 2013 werden uitzonderlijk veel faillissementen uitgesproken.
Consument
De stemming van consumenten was in augustus minder negatief dan in juli. Het consumentenvertrouwen steeg van -38 naar -33. Ook de ondernemers in de industrie waren in augustus minder pessimistisch. Het producentenvertrouwen verbeterde voor de vierde maand op rij, maar is met -1,6 nog wel negatief.
Export bescheiden
De ontwikkeling van de bestedingscategorieën uitvoer van goederen, bedrijfsinvesteringen en consumptie door huishouden bevestigt de laagconjunctuur. De groei van de export is bescheiden. Het volume van de uitvoer van goederen was in juni 0,9 procent groter dan een jaar eerder. De bedrijfsinvesteringen in materiële vaste activa waren 15,2 procent lager dan in juni 2012.
De laagconjunctuur is ook goed zichtbaar op de arbeidsmarkt. De voor seizoeneffecten gecorrigeerde
werkloosheid steeg in juli verder naar 694 duizend. Het aantal banen daalde in het tweede kwartaal verder, net als het aantal vacatures en het aantal uitzenduren in fase A.
Het meest recente cijfer over de economische groei betreft het tweede kwartaal van 2013. De Nederlandse economie kromp met 1,8 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Vergeleken met het eerste kwartaal kromp de economie met 0,2 procent. Het was de vierde kwartaal-op-kwartaalkrimp op rij. Wel wordt de terugval geleidelijk minder groot. Bij de kwartaal-op-kwartaalgroei is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.