De industrie heeft in 2023 een omzetgroei behaald van bijna zeven procent. Daarmee deed de branche het beter dan het mkb-gemiddelde, maar de groei was minder sterk dan in 2022 (+12,5%).
Dat blijkt uit het nieuwe ‘Branches in Zicht’-rapport van SRA. De winstontwikkeling was met 18,4 procent bovengemiddeld, maar deze volgde op een eenmalige krimp in 2022 (-6,1%). Afgezien van 2019 (8%), heeft de industrie tot en met 2021 jaarlijks een winstgroei in de dubbele cijfers laten zien, met 2014 als extra positieve uitschieter (ruim 68%).
In 2023 was de winstgroei weer op niveau, ondanks dat de personeelskosten in de industrie relatief sterk zijn gestegen (+10,8%), zowel ten opzichte van het mkb-gemiddelde (+9,7%) als in vergelijking met een jaar eerder in de branche zelf (+6,3%). De brutomarge trok per saldo sneller aan dan een jaar geleden (+11,8% tegenover +6,6% in 2022). De over het algemeen lagere grondstoffenprijzen zijn in het voordeel van industriële ondernemers en dat zien we terug in de marges. Deze lagere prijzen hangen echter deels samen met een lagere economische vraag en die zal weer gevolgen hebben voor de industriële afzet. In hoeverre het een opweegt tegen het ander, moet de komende periode blijken.
Binnen de industrie waren de verschillen groot. De helft van de ondernemers zag de winst vorig jaar namelijk afnemen en een derde zelfs met vijftig procent of meer. Vooral drukkerijen en meubelmakers zagen hun winst dalen, ondanks dat de omzet voor drukkerijen gemiddeld wel hoger lag dan in 2022. Beter verging het producenten van voedingsmiddelen, die zich per saldo stevig herstelden van de krimp van de winst in 2022. Ook de deelbranche vervaardiging en installatie van machines en apparaten liet een bovengemiddelde winstgroei zien.
Algemeen beeld
Het onderzoek kijkt ook naar het mkb in zijn geheel. Voor het derde jaar op rij heeft een groot deel van het kleinere mkb de winst zien afnemen. ‘Dit zijn cijfers die de kwetsbaarheid van deze zogeheten microbedrijven tonen’, aldus Pieter van der Kwaak, bestuurslid van SRA. ‘Het gaat hier om 83 procent van alle bedrijven in ons land. Zij dragen voor een groot deel bij aan onze welvaart en innovatiekracht.’
‘Gezien het belang van het mkb baren de genoemde cijfers van het microbedrijf en daarnaast ook de omzet- en winstontwikkeling van het gehele mkb over 2023 mij zorgen’, vervolgt Van der Kwaak. De omzetgroei bedroeg voor het mkb als geheel 3,6 procent in vergelijking met een jaar eerder. Deze groei steekt mager af bij eerdere jaren.
‘Van elke honderd euro aan omzet blijft er afgerond acht euro over’, aldus Van der Kwaak. ‘Van die acht euro moet de ondernemer de belastingen, als hij schulden heeft de rente en last but not least de investeringen betalen.’ Maar, benadrukt hij, de mkb-ondernemer heeft omzet- en winstgroei nodig om de kansen en uitdagingen die er liggen, zoals de krapte op de arbeidsmarkt, digitalisering en verduurzamingsdoelen, te kunnen betalen. ‘Als die armslag er niet of nauwelijks is, heeft dat gevolgen voor de investeringen, doorgroeimogelijkheden en de innovatiekracht van het mkb.’ Volgens Van der Kwaak is een consistent overheidsbeleid, vereenvoudiging en vermindering van regelgeving en een goed investerings- en financieringsklimaat onontbeerlijk voor ondernemers: ‘Binnen welke kaders moeten zij ondernemen? De overheid moet daar veel meer de regie in pakken.’