Hoewel het nog goed gaat met de economie, zijn er toch wel wat veranderingen in aantocht. Een visie op de Nederlandse maakindustrie, de invloed hierop van de belangrijkste exportlanden en aanpalende aspecten. Aan het woord is Richard Schuitema, beleidsadviseur bij Koninklijke Metaalunie, gevestigd in Nieuwegein.
Voor de Nederlandse economie is de export van groot belang, dat is algemeen bekend. Hierbij zit ook de doorvoer. Haal je dit eraf, dan krijg je toch een ander beeld. Kijkend naar de export blijkt dat de groei hiervan wat achter blijft en ook over de groei in het derde kwartaal is het enthousiasme wat minder. In Duitsland zien we het ook wat afvlakken, de Duitse groei is verminderd van 2,3 naar 1,8 procent. Hierbij is de automobielsector de grote onzekere factor. De verkopen, vooral van diesels, in deze sector is duidelijk lager. Zo liet Mercedes weten dat de verkopen in september in vergelijking met een jaar eerder met 9 procent zijn gedaald’, vertelt Schuitema.
‘En dat geeft onzekerheid, ook voor de toeleveranciers aan de automotive binnen de maakindustrie in ons land. Dat zullen de bedrijven die toeleveren aan de Duitse automobielsector zeker gaan merken. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven die versnellingsbakken of uitlaten maken. Deze zijn in de toekomst wellicht niet meer nodig. Bedrijven zullen hier alternatieven voor moeten creëren. Want de flow van de volledig aangedreven elektrische auto’s en de op waterstof rijdende auto’s zal er gaan komen’, aldus Schuitema.
Spanningen
Ook is het nog afwachten hoe de markten reageren op en omgaan met de heffingen die Trump heeft doorgevoerd. ‘De heffingen lijken nu toch wel wat spanningen te geven. Zeker in China, waar de groei van de economie toch stagneert. Ook over de impact van de Brexit zijn de meningen verdeeld. In ieder geval heeft het toch zijn uitwerking op de diverse markten. Dat geldt dan vooral voor de export, direct of indirect.’
Nuancering
‘Ondernemers die in de veronderstelling zijn dat de groei doorzet, moeten toch een nuancering aanbrengen. Onze eigen, binnenlandse markt is laat cyclisch, de bouw is nog later cyclisch.’ Het is voor de ondernemer essentieel om alert te blijven. ‘Ze moeten onder andere heel goed kijken naar het klantenbestand. Want zijn de klanten die nu tussen de 10 en 15 procent van de omzet bepalen, over vijf tot tien jaar nog wel klant? Of hebben ze dan andere behoeften en hoe kun je als toeleverancier hier een rol in spelen? Welke markten zijn aan het veranderen en waar zijn de ontwikkelingen? Bedrijven moeten ook goed kijken waar hun markten zijn. Zo is voor de precisiebedrijven die zich in de medische sector begeven, Zuid-Duitsland een prima omgeving door de vele medische OEM’ers die daar zijn gevestigd. Deelnemen aan een nichebeurs op dit vlak kan interessant zijn. Belangrijk is dan dat je als bedrijf laat zien wat de meerwaarde is en welke oplossingen je biedt voor de problemen van de klant. Als probleemoplosser ben je een goede partij voor eventuele nieuwe opdrachten.’
‘Metaalunie ziet de grote lijnen en biedt ondernemers de nodige ondersteuning. De Economische Barometer, een driemaandelijks onderzoek naar de stand van zaken in het mkb-metaal, is een belangrijk instrument. Het geeft veel informatie en geeft ons ondersteuning voor onze activiteiten, maar geeft ook aan onze leden een goed beeld van hoe de markten zich bewegen.’
Over vijf jaar
Over vijf jaar ziet Schuitema een maakindustrie die meer dan nu producten maakt in combinatie met procesinnovatie. ‘Het steeds slimmer vervaardigen van producten heeft de toekomst. Het werk en de arbeidskrachten worden hoogwaardiger. Het aantal maakbedrijven zal consolideren. Kijkend naar de bedrijven zullen er zeker een groot aantal, vooral familie- bedrijven worden overgenomen. Enerzijds omdat er geen opvolging is, anderzijds omdat er andere types ondernemers worden gevraagd. Want deze zijn hoger opgeleid dan pak hem beet veertig jaar geleden.’