Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS. Het zwaartepunt van de indicatoren ligt diep in de fase van laagconjunctuur. Op één na presteren alle indicatoren in de Conjunctuurklok onder hun langjarig gemiddelde.
De Nederlandse economie kromp in het vierde kwartaal met 1,2 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Vergeleken met het derde kwartaal kromp de economie met 0,4 procent. Bij de kwartaal-op-kwartaalgroei is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten. Het consumentenvertrouwen verbeterde in maart weliswaar enigszins, maar blijft nog steeds historisch laag. De ondernemers in de industrie waren in maart iets pessimistischer dan in februari.
De productie van de Nederlandse industrie kromp in februari met bijna 2 procent. Het volume van de uitvoer van goederen was in januari bijna 5 procent groter dan een jaar eerder. Huishoudens besteedden 2,3 procent minder. De bedrijfsinvesteringen in materiële vaste activa waren in januari ruim 11 procent lager dan in januari 2012. De kapitaalmarktrente daalde in maart en kwam uit op 1,7 procent. De inflatie bedroeg 2,9 procent. Bestaande koopwoningen waren in februari 8,3 procent goedkoper dan in februari 2012. Fabrikanten in de industrie rekenden in februari 0,3 procent meer voor hun producten dan een jaar eerder. De voor seizoeneffecten gecorrigeerde werkloosheid liep in februari op naar 613 duizend. Het aantal banen daalde in het vierde kwartaal verder, net als het aantal vacatures. Er werden ook minder uren gewerkt voor uitzendbureaus.