Laser Applicatie Centrum en stuurgroep komen tot Praktijkrichtlijn Lasercladden

Veel metaalbedrijven willen dat de bedrijfsprocessen laserlassen en lasercladden net zoals een conventionele las (EN-ISO 3834) kunnen worden gecertificeerd. Certificering neemt de drempel weg voor bedrijven om deze moderne productietechnieken toe te passen. Voor het Laser Applicatie Centrum was dit aanleiding om in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Lastechniek een project te starten om te komen tot een certificatieschema voor laserlassen en lasercladden.

Zekerheid verbinding

Met een certificering kan een bedrijf dat laserlassen of lasercladden besluit toe te passen, aan zijn klanten aantonen dat zijn proces door een onafhankelijke derde is getoetst op onafhankelijke criteria. Dat geeft die klanten de zekerheid van een goede lasverbinding.
Het certificeren van booglassen in de metaalindustrie is al gemeengoed, zodat de stap naar het certificeren van laserlassen en lasercladden niet al te groot is qua acceptatie. Voor booglassen zijn zowel de lassers als lasprocessen goed te certificeren, ook voor toepassingen waar extreem hoge eisen worden gesteld. Voor het certificeren van een laserlas of het laserlasproces is echter een compleet ander certificatieschema noodzakelijk.

Laserlassen

Voor het project laserlassen is onder andere een stuurgroep opgezet, met vertegenwoordigers van grote bedrijven als Tata Steel, voestalpine Polynorm, Wärtsilä, SKF, Trumpf Nederland en Rofin, maar ook kleinere bedrijven als AWL-Techniek, Bodt Welding Consultancy, Flexweld, Hoekman RVS, Vernooij Vacuum Techniek, Geton RVS en Demar Laser. Via M2i is een bedrijvencluster opgericht om de praktische uitvoering te ondersteunen. Het certificatieschema voor laserlassen is vorig jaar in oktober gepresenteerd en is te downloaden op de website van het LAC.

Lasercladden

Meteen erna is gestart met het opstellen van het certificatieschema lasercladden. Met certificering kunnen bedrijven hun klanten garanderen dat de opgebrachte lagen tijdens de hele levensduur intact blijven. Het cladmateriaal wordt met de laser als warmtebron plaatselijk op metaal gelast om bijvoorbeeld de slijtage- of corrosieweerstand te verhogen. Dat cladmateriaal wordt in de vorm van een poeder of draad toegevoerd. Deze deklaag mengt niet met het basismateriaal, al wordt een geringe opmenging van enkele procenten toegelaten om een goede metallische verbinding te realiseren. Lasercladden wordt gebruikt voor nieuwe producten en als reparatiemethode in onder meer de scheepvaart. Voor de praktijkrichtlijn lasercladden is de stuurgroep aangevuld met de bedrijven SRR Laser- en Snijtechniek, Revamo, Metamax, Stork Gears & Services, Nedclad en LaserCo.

Drie niveaus

Tijdens het seminar kwamen twee sprekers aan het woord, die uitleg geven over het lasercladden en de praktijkrichtlijn: Wim Husslage en Geri van Krieken, coauteurs van de praktijkrichtlijn. Husslage is al jaren met lasercladden bezig en heeft het eigen adviesbureau Hu*Ge Laser. Hij ging in vogelvlucht in op de principes van het lasercladden en schetste aan de hand van praktijkvoorbeelden de mogelijkheden van dit proces.
Geri van Krieken, lasdeskundige bij Element, gaf uitleg aan de praktijkrichtlijn. Net zoals bij de Praktijkrichtlijn Laserlassen zijn er drie kwaliteitsniveaus. Schema A is voor bedrijven overwegen om zelf producten te gaan of te laten lasercladden. Schema B is voor bedrijven die aan willen aantonen dat zij het lasercladproces beheersen. Schema C is voor bedrijven die het lasercladproces willen laten certificeren door een onafhankelijke instantie. Zij moeten aan alle hoofdstukken voldoen van de praktijkrichtlijn inclusief certificeringsschema.

De praktijkrichtlijn bevat beknopte informatie over onder meer lasercladapparatuur, normen, cladbaarheid van materialen, paramaters, kwaliteitsborging, claddocumenten, cladonvolkomenheden, destructief en niet-destructief onderzoek, en het fabricageproces
De Praktijkrichtlijn Lasercladden: 

Praktijkrichtlijn Lasercladden-okt12.pdf