De Duitse fabrikanten van werktuigmachines hebben een dramatisch einde van 2008 beleefd. In het laatste kwartaal zijn de bestellingen met meer dan 50 procent gedaald. Januari en februari hebben nog geen herstel laten zien. De orderboeken worden leger en leger. Toch blijft men bij de VDW optimistisch over de toekomst.
2008 is voor de Duitse gereedschapmachinebouwers een jaar met twee gezichten geworden. Enerzijds een record omzet, 14,2 miljard euro (plus 13 procent). Anderzijds: in het vierde kwartaal van 2008 zijn de nieuwe orders met 54 procent ingezakt. Die klap drukt de totale orderintake voor 2008 zelfs in de rode cijfers: minus elf procent. Met het instorten van de machineverkopen is de orderinstroom teruggevallen naar het niveau van 2005 voor de binnenlandse vraag en naar het niveau van 2001 voor de buitenlandse vraag.
Carl Martin Welcker, voorzitter van de VDW , is niet verrast door de daling van het aantal nieuwe orders. Wel door het feit dat bedrijven zo hard op de rem zijn gaan staan. ‘De automobielindustrie en de toeleveranciers reageren over een breed front met terughoudendheid tegenover investeringen en versterken daarmee de conjuncturele neergang,’ zegt de VDW-voorzitter. Vooral de binnenlandse vraag in Duitsland is sterk ingezakt: minus 14 procent tegenover minus 9 procent voor de orders van buiten Duitsland. Overigens: de situatie op de Japanse machinemarkt is nog dramatischer. Hier is de orderinstroom in het laatste kwartaal van 2008 met 60 procent gedaald.
Geen herstel
Welcker rekent erop dat tussen de afgelopen herfst en nu de voorraad onder handen werk bij de fabrikanten met een kwart is afgenomen. Dat betekent bij een gemiddelde doorlooptijd van 8,7 maanden, dat er snel nieuwe orders moeten komen of de fabrieken vallen stil. Illustratief zijn de bezettingscijfers in de Duitse fabrieken: 94,7 procent nog in december, 83 procent in januari! Vooral fabrikanten van universele machines worden hard door de dalende vraag geraakt.
Voor 2009 rekent de VDW (Verein Deutscher Werkzeugmaschinenfabriken) nu op een omzetdaling van vijftien procent, maar Carl Martin Welcker houdt enkele slagen om de arm. ‘Als deze houding van investeerders de komende weken niet ontspant, dan zou die vijftien procent daling wel eens aan de bovenkant van de verwachtingen kunnen liggen.’ Met andere woorden: dan zou er wel eens veel meer vanaf kunnen gaan.
Financieren wordt duurder
Hij zegt niet te merken dat banken en leasebedrijven geen kredieten meer verstrekken. Dat ze kritischer kijken, vindt hij begrijpelijk. ‘Liquiditeit en eigen vermogen, dat is de toekomst.’ Over die toekomst is hij redelijk optimistisch. Hij gaat er vanuit dat de automobielindustrie tegen april zijn voorraden heeft afgebouwd en dat de productie dan weer normaal op gang gaat komen. ‘Maar of ze dan meteen nieuwe machines nodig hebben is de vraag.’
Of de markt dit jaar uitbodemt, durft hij dan ook niet te voorspellen. De Duitse werktuigmachine-industrie is voor dertig procent van de omzet afhankelijk van de auto-industrie en haar toeleveranciers. Met de op handen zijnde overgang van de huidige aandrijfconcepten naar nieuwe aandrijfconcepten, zal er geïnvesteerd moeten worden in nieuwe machines. Bovendien merkt men bij de VDW dat andere sectoren, zoals energie, nog steeds over orderportefeuilles beschikken die voor lange tijd gevuld zijn. Ook de medische sector doet het nog redelijk goed. In de luchtvaartindustrie is er eveneens nog een flinke investeringsbehoefte.