Metaalverwerkende bedrijven terughoudend met investeringen? Voor TIV-deelnemer Lentink, toeleverancier van plaatwerkproducten, gaat dit in ieder geval niet op. De afgelopen vijf jaar werd voor zo’n 10 miljoen euro geïnvesteerd. Meest recente aanwinst: de SAFAN R-Brake 100-3100/50, een buigcel met een robot die over een traverse van 10 meter vóór de machine beweegt. Een visionsysteem bepaalt de nulpositie van de plaat.
Lentink heeft ervoor gekozen alle plaatbewerkingen zoveel mogelijk in eigen huis uit te voeren. Naast het persen, ponsnibbelen, buigen en lasersnijden behoren ook TIG- en MIG-lassen met robots en mechanische verbindingsprocessen, zoals clinchen, tot het repertoire, net als verschillende oppervlaktebehandelingen. Zo werd in 2006 een geavanceerde poedercoatstraat in gebruik genomen; binnenkort komt daar een tweede lijn met gerobotiseerde poedercoatcabines bij, zodat het proces volledig geautomatiseerd is.
‘In ons investeringsbeleid kiezen we voor het beste dat de markt te bieden heeft’, zegt productieleider Daniel Lentink, wijzend op een aantal in het gelid staande persen van Müller-Weingarten. Ze zijn grotendeels gerobotiseerd en voorzien van automatische aanvoersystemen.
Cv-ketels
De verwarmingsindustrie vormt een belangrijke afnemer. Op de hydraulische persen (63-700 ton) en de excenterpersen (63-400 ton) worden veel plaatdelen voor cv-ketels geproduceerd voor een aantal gerenommeerde fabrikanten in binnen- en buitenland: Vaillant, Bosch, Remeha en Nefit. Maar ook voor andere branches fungeert Lentink als toeleverancier. In totaal, schat Lentink, worden er 1800 verschillende producten gemaakt, variërend van drains voor afwateringssystemen tot bloembakken. Verwerkte materialen: staal. aluminium en roestvast staal.
De aanleiding tot de investering in een R-Brake van Safan was heel concreet: één nieuw type cv-ketel van Remeha zat zo in de lift dat de productie van de plaatdelen (‘frames’) voor de omkasting zo’n beetje de helft van de bestaande capaciteit opslokte. Lentink beschikte toen over vier kleinere, maar wel geavanceerde, kantbanken, waaronder twee E-brakes van Safan met werklengtes van 2 en 3 meter. ‘Het kwam erop neer dat voor dit ene product deze twee banken bijna continu moesten worden ingezet’, vertelt Lentink. ‘Daar kwam nog bij dat het om betrekkelijk grote, zware delen gaat en dat is arbotechnisch gezien onverantwoord. Lichamelijke klachten zijn dan niet uit te sluiten en je zag de productiviteit in de loop van de dag gewoon teruglopen. Alles bij elkaar vonden we dit productietechnisch gezien onaanvaardbaar. We hebben het probleem neergelegd bij Safan met de vraag of ze een robotsysteem konden ontwikkelen dat precies geschikt is voor onze situatie.’
Er werden geen andere leveranciers benaderd. ‘Waarom zouden we’, vraagt Lentink retorisch. ‘Onze ervaringen met Safan waren goed, met de machines zelf, de service en de onderhoudscontracten. De verhouding tussen prijs en kwaliteit is in orde. Logistiek gezien is het natuurlijk ook aan te bevelen het aantal merken in de werkplaats beperkt te houden.’
Traverse
Aan de hand van de tekeningen van het frame werd een oplossing ontwikkeld die eerst bij Safan in Lochem werd getest en geëvalueerd. Uitgangspunt vormde de SAFAN R-Brake buigcel met 100 ton perskracht en 3100 mm buiglengte. Hieraan werd een traverse gemonteerd met een lengte van 10 meter, 4 meter meer dan de standaardlengte. Dit is gedaan om veel aflegposities te creëren en om ruimte over te houden voor later te integreren bewerkingen als clinchen. De kantpers is uitgerust met Wila-gereedschap. Langs de traverse beweegt een robot met een draagvermogen van 50 kg. Doordat de robot hangend langs de traverse loopt, blijft de ruimte vóór de machine vrij en kan deze ook handmatig gebruikt worden. De testen verliepen gunstig en in januari van dit jaar kon de machine bij Lentink in Varsseveld worden geïnstalleerd.
Visionsysteem
‘Dan ben je er nog niet’, weet Lentink. ‘Er zijn altijd aanloopprobleempjes, er worden onderdelen aangepast, software wordt geoptimaliseerd. Zo hebben wij gekozen voor een visionsysteem in plaats van de standaard-nultafel, die eigenlijk alleen geschikt is voor plaatdelen met kanten die haaks op elkaar staan. Dat visionsysteem, bestaande uit twee camera’s, had in het begin moeite met de exacte locatie van de plaat om vervolgens de noodzakelijke correcties uit te voeren. Samen met Safan zijn we daar toch uitgekomen en nu werkt het feilloos en snel.’
Overigens is de machine, om de continuïteit te waarborgen, ook voorzien van een achteraanslagsysteem, waarbij sensoren de juiste positie van de plaat meten. Aan de linkerzijkant van de kantpers is een vacuümsysteem gemonteerd, waarmee de robot de plaat kan overpakken. De buigingen vinden namelijk in positieve en negatieve richting plaats. De plaat wordt met een gripper, voorzien van zuignappen, vastgehouden, waarna de robot naar de andere kant draait en de plaat weer opneemt.
Manarm
Lentink: ‘De robotcel heeft niet per se een hogere output. Maar de productiesnelheid blijft over de gehele ploegendienstperiode constant, met een consistente kwaliteit. Waar we voorheen vier operators nodig hadden, volstaat nu een ‘halve’ man voor controle en logistieke werkzaamheden. We ontzien onze werknemers en houden onze kleinere kantbanken vrij voor ander werk.
Inmiddels draait de robotbuigcel normale productie en is duidelijk dat de combinatie ook zal worden ingezet voor een tweede, nog zwaarder, frame van klant Remeha. Het ligt in de bedoeling de R-Brake in de toekomst voor het buigen van nog meer zwaardere plaatdelen te gebruiken.