Limburg versterkt maakindustrie

Sinds jaar en dag ondersteunt LIOF deze sector met innovatieprogramma’s en is bovendien aandeelhouder bij tientallen Limburgse ‘maakbedrijven’. Het nieuwe industrieprogramma dat 14 juni door Provinciale Staten is behandeld, geeft aan deze inspanningen een nieuwe impuls met 10 miljoen euro, waardoor de innovatieve ontwikkelingen in de maakindustrie verder ontwikkeld kunnen worden. De sector blijft daardoor ook in de toekomst goed verankerd in de Limburgse economie.

Het Midzomertreffen vond plaats in het voormalige fabrieksgebouw van Nedinsco in Venlo. LIOF-directeur Jérôme Verhagen opende de middag met een korte toelichting op het voormalige fabriekspand van Nedinsco, één van de ruim honderd Limburgse bedrijven waarin LIOF een aandeel heeft. ‘Kortom vanmiddag komen industriële historie en de toekomst van de innovatieve maakindustrie bij elkaar’, aldus Verhagen.

Vervolgens introduceerde hij Ineke Dezentjé, voorzitter van FME. Als keynote speaker hield zij een stevig pleidooi voor het belang van deze exportgerichte bedrijfstak. Volgens FME bedraagt de exportwaarde van de Nederlandse maakindustrie zo’n 60 miljard euro. Het is bovendien de maakindustrie waar de voor onze economie zo noodzakelijke innovatie plaatsvindt. ‘We moeten innovatiekampioen blijven en dat kan alleen als we de krachten bundelen. Ik zeg altijd: delen is het nieuwe hebben’, aldus Dezentjé. EZ-gedeputeerde Twan Beurskens was via een video aanwezig en vertelde dat hij op dat moment in Provinciale Staten zijn financiële plannen voor de maakindustrie in Provinciale Staten presenteerde. De verwachting is dat het programma voor de high tech maakindustrie in Limburg vanaf 1 september van start kan gaan. Tijdens het Midzomertreffen onthulden Ineke Dezentjé en Jérôme Verhagen, mede namens Twan Beurskens de naam en het logo van het nieuwe programma: LimburgMakers.