Uit de Metaalunie Economische Barometer blijkt dat de bedrijvigheid van de mkb-maakindustrie de afgelopen kwartalen langzaam terugloopt. De waardering van de buitenlandse orderpositie is in het tweede kwartaal sterk onderuitgegaan, dit geldt zowel voor de gerealiseerde als de te verwachten export. Het gevolg van de afnemende orderpositie is dat ook de waardering van de orderpositie én het bedrijfsresultaat de afgelopen kwartalen terugloopt.
De metaalwarenbedrijven, een sector die traditioneel veel exporteert, geven aan een slecht kwartaal achter de rug te hebben, de onderhoudsbedrijven zijn daarentegen overwegend positief. Ondanks de teruglopende bedrijvigheid blijft de vraag naar personeel in de mkb-maakindustrie groot. Gevraagd naar de economische ontwikkelingen in 2024, houden de optimisten en de pessimisten elkaar in evenwicht.
In het tweede kwartaal is de binnenlandse orderpositie iets toegenomen ten opzichte van het eerste kwartaal. De sterke toenames van twee jaar geleden zijn duidelijk voorbij. Bij 28 procent van de bedrijven is de binnenlandse orderpositie toegenomen, bij 24 procent is dit afgenomen. Het tweede kwartaal geeft daarmee een groei bij per saldo vier procent van de bedrijven, tegenover een kleine krimp van drie procent in het eerste kwartaal.
De waardering van de binnenlandse orderpositie is in het tweede kwartaal sterk afgenomen ten opzichte van voorgaande kwartalen. Nu geeft per saldo acht procent van de bedrijven aan tevreden te zijn over de binnenlandse orderpositie. Een kwartaal eerder was dat nog 25 procent en een jaar eerder zelfs 38 procent.
De verwachtingen ten aanzien van de binnenlandse orderpositie voor het derde kwartaal zijn al niet veel beter. 21 procent van de respondenten geeft aan een betere orderpositie voor het derde kwartaal te verwachten, 25 procent van hen verwacht een verslechtering van de binnenlandse orderpositie. Per saldo is dit vier procent negatief, terwijl dit in het vorig kwartaal nog zes procent positief was. De gemiddelde orderportefeuille in weken in de mkb-maakindustrie is ten opzichte van het eerste kwartaal wat toegenomen: van gemiddeld 12,1 naar 12,7 weken.
Van de bedrijven geeft 44 procent aan te exporteren, zes procent van de exporterende bedrijven exporteert tot tien procent van hun omzet en de overige 38 procent exporteert meer dan tien procent van de omzet. Van de laatste categorie exporteurs is het exportaandeel van de omzet gemiddeld 38 procent.
De ontwikkeling van de orderpositie buitenland was het afgelopen jaar al niet geweldig, maar neemt in het tweede kwartaal van dit jaar verder af. Van de exporterende bedrijven geeft veertien procent aan dat de exportportefeuille is toegenomen, 34 procent geeft aan dat deze het afgelopen kwartaal is afgenomen.
Ondanks het teruglopen van de exportportefeuille in het afgelopen jaar, waren er nog altijd meer ondernemers die positief oordeelden over de orderpositie dan er ondernemers waren die deze negatief waardeerden. Daarin is in het tweede kwartaal verandering gekomen, de ondernemers met een negatieve waardering hebben de overhand gekregen. Twintig procent van de respondenten is aan het einde van het tweede kwartaal tevreden over de exportportefeuille, 34 procent is daar ontevreden over.
Ook de verwachtingen van de orderpositie buitenland voor het derde kwartaal van 2023 zijn negatiever dan die voor de afgelopen kwartalen. Zeventien procent van de exporterende bedrijven verwacht een groei van de orderpositie buitenland, 32 procent verwacht een verdere krimp van de orderpositie.
De Nederlandse industrie heeft het afgelopen jaar te maken gehad met enerzijds sterk fluctuerende materiaalprijzen en anderzijds met sterk stijgende kosten. Een jaar geleden gaf 73 procent van de respondenten aan de verkoopprijzen te hebben verhoogd. Nu geeft nog 21 procent van de bedrijven aan dat te hebben gedaan. 85 procent van de respondenten geeft aan een (belangrijk) deel van de kostenstijging te kunnen doorberekenen in de verkoopprijzen, vijftien procent geeft aan dit (voor een belangrijk deel) niet te kunnen.
Bij de respondenten van deze Economische Barometer werken gemiddeld bijna 23 medewerkers. Ruim twintig medewerkers zijn in vaste dienst en bijna drie medewerkers hebben een flexibel contract. De ontwikkeling van het personeel in het tweede kwartaal van 2023 is redelijk stabiel. Bij veertien procent van de bedrijven werken meer mensen in vaste dienst dan een kwartaal eerder. Bij elf procent van de bedrijven is dit juist minder. De vraag naar personeel blijft onverminderd groot. Al meer dan een jaar geeft tenminste de helft van de bedrijven aan vacatures te hebben. Afgezet tegen alle medewerkers hebben ze gemiddeld voor 5,6 procent van het totale personeelsbestand aan vacatures openstaan.
Net als voorgaande kwartalen verwacht de mkb-maakindustrie niet dat alle openstaande vacatures in het komende halfjaar ingevuld worden. De sector verwacht ruim driekwart van de openstaande vacatures in te kunnen vullen en dus bijna een op de vier vacatures niet.
Het aantal bedrijven dat aangeeft winst te maken, ligt op hetzelfde niveau als gemiddeld in 2022. Zeventig procent van de bedrijven geeft aan winst te maken, vijf procent zegt verlies te maken. De overige bedrijven draaien quitte. De ontwikkeling van het bedrijfsresultaat is ten opzichte van het eerste kwartaal nagenoeg gelijk gebleven. Bij 24 procent van de bedrijven is het bedrijfsresultaat in het tweede kwartaal toegenomen, bij twintig procent nam dit af. Op de vraag hoe de ondernemer het bedrijfsresultaat waardeert, wordt steeds minder positief gereageerd. Nu geeft dertig procent aan hierover tevreden te zijn, een jaar geleden was dit nog 55 procent.
Voor het derde kwartaal van dit jaar verwacht de sector gemiddeld genomen een zelfde bedrijfsresultaat, 23 procent verwacht een beter resultaat, twintig procent slechter en 57 procent eenzelfde.
Op de vraag of de ondernemer het komende halfjaar verwacht te investeren in machines, geeft dertig procent aan minder te zullen investeren, 52 procent evenveel en achttien procent verwacht meer te gaan investeren. Deze uitkomst (per saldo 12% negatief) is iets minder negatief dan een kwartaal eerder.
Wat hier opvalt is dat de positieve en negatieve antwoorden elkaar redelijk in evenwicht houden. 23 procent van de respondenten verwacht dat 2024 een (veel) beter jaar zal zijn dan 2023, negentien procent verwacht dat 2024 een (veel) slechter jaar zal zijn. 37 procent van de respondenten verwacht een vergelijkbaar jaar en 21 procent geeft aan dit nu nog niet aan te kunnen geven.
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…
Softwarebedrijf ConstruSteel behoort in 2024 wederom tot de snelst groeiende bedrijven van Nederland en daarom…